Toepassingen
Niet altijd is een variabele een functie van maar één andere variabele. Er bestaan derhalve functies van meerdere variabelen. De Quetelet-index is daarvan een eenvoudig voorbeeld: hij hangt af van je lengte l en je gewicht G.
De formule ervoor is:
waarin G het gewicht in kg en l de lengte in m is.
Bereken je eigen Quetelet-index maar eens.
Omdat de QI zowel van G als l afhangt, noteer je het functievoorschrift als QI(G,l). Het gaat dus om een functie van twee variabelen. Onder QI(65;1,80) versta je de Quetelet-index van iemand van 65 kg die 1,80 m lang is.
Je maakt in zo'n situatie vaak een grafiekenbundel.
Neem bijvoorbeeld QI = 20, dan is G = 20l2 het verband tussen G en l. Daarvan kun je een grafiek tekenen.
Ditzelfde doen je voor een aantal andere waarden van QI. Neem vooral de belangrijke waarden QI = 18,5, QI = 25 en QI = 30. Teken de grafieken van G(l) in één figuur. Neem als domein [1,2].
Je kunt nu snel zien of je in de categorie "normaal gewicht" valt (QI van 18,5 tot 25) of "overgewicht" (QI van 25 tot 30) of ...
