FUNCTIES EN GRAFIEKEN | Overzicht |
Transformaties | |
VoorbeeldJe maakt gebruik van het herkennen van de transformaties als je een grafiek op je grafische rekenmachine in beeld wilt brengen. Je moet dan goed nadenken over de instellingen van het venster. Daarbij is het nuttig om te zien dat een bepaalde functie door transformatie kan ontstaan uit een veel eenvoudiger basisfunctie. Zeker als je van die basisfunctie alle karakteristieken weet. Hoe breng je de grafiek van f(x) = 200 – 5(x – 30)2 goed in beeld? Antwoord
Je herkent dat f(x) = –5(x – 30)2 + 200 kan ontstaan uit y = x2.
De grafiek van y = x2 is goed in beeld met venster [–10,10] × [–10,10]. |
|
Inleiding | |
Theorie | |
Voorbeeld 1 | |
Voorbeeld 2 | |
Voorbeeld 3 | |
Voorbeeld 4 | |
Opgaven | |