OPPERVLAKTE EN INHOUD Overzicht
Schaalvergroting

Voorbeeld

Je hebt twee gelijkvormige cilindrische maatbekers I en II.
Maatbeker I heeft een inhoud van 300 mL en maatbeker II heeft een inhoud van 500 mL.
Hoe verhouden zich de hoogtes en de diameters van beide maatbekers?

Antwoord

Beide maatbekers zijn gelijkvormig, maatbeker II heeft een inhoud die 500 300  =  5 3  keer zo groot is dan die van maatbeker I. De inhoudvergrotingsfactor is 5 3 .

Als k de lengtevergrotingsfactor is, dan moet k3 =  5 3 .
Dit betekent, dat k =  5 3 3  ≈ 1,186.

De diameter en de hoogte van maatbeker II zijn dus 1,186 keer zo groot dan die van maatbeker I.

Inleiding
Uitleg
Theorie
Voorbeeld 1
Voorbeeld 2
Opgaven