| VERGELIJKINGEN | Overzicht |
| Basishandelingen | |
VoorbeeldDe school huurt maandelijks een kopieerapparaat speciaal voor de leerlingen. Dit kost de school maandelijks 150 euro en het maken van een kopie met dit apparaat kost de school 6 cent. De leerlingen betalen 10 cent per kopie. Hoeveel kopieën moeten er worden gemaakt opdat voor de school uit kan? Geef antwoord tot op de kopie nauwkeurig. Antwoord
De kosten kun je `k` noemen en het aantal kopieën is `a`.
Nu maak je gebruik van een rekenopgave die er erg op lijkt zoals `6/2 = 3`. |
|
| Uitleg | |
| Theorie | |
| Voorbeeld 1 | |
| Voorbeeld 2 | |
| Opgaven | |
![]() |
|