REKENEN | Overzicht | ||||||||||||||
Negatieve getallen vermenigvuldigen | |||||||||||||||
VoorbeeldenHier zie je nog enkele vermenigvuldigingen.Als je goed kijkt zie je dat als je –5 met een steeds kleiner getal vermenigvuldigt, de uitkomst steeds groter wordt. En ook dat als je 5 met een steeds kleiner getal vermenigvuldigt, de uitkomst steeds kleiner wordt. De afspraken over het vermenigvuldigen zijn zo, dat die regelmaat steeds blijft gelden.
Bij ingewikkelder berekeningen moet je weer om de voorrangsregels denken: 12 – 4 ×(3 – 5 × –2) = 12 – 4 ×(3 – –10) = 12 – 4 × 13 = –40 |
|||||||||||||||
Uitleg | |||||||||||||||
Voorbeeld 1 | |||||||||||||||
Voorbeeld 2 | |||||||||||||||
Toepassen | |||||||||||||||
Opgaven | |||||||||||||||