METEN EN TEKENEN Overzicht
Lengtes berekenen

Uitleg

Met behulp van de stelling van Pythagoras bereken je lengtes van zijden in rechthoekige driehoeken. Dat kun je ook toepassen in ruimtelijke figuren. De moeilijkheid is dan vaak het herkennen van de juiste rechthoekige driehoek. Soms moet je dan eerst een hulplijn tekenen...

Je ziet hier een balk `ABCD.EFGH` met `AB = 5` cm, `BC = 3` cm en `AE = 2` cm. Met de rechter muisknop kun je de figuur zo draaien dat rechte hoeken goed zichtbaar zijn. Je wilt lichaamsdiagonaal `AG` berekenen.

Je tekent eerst hulplijn `AC`, driehoek `ACG` is bij `C` rechthoekig.
Je berekent de lengte van `AC` in driehoek `ABC`.
De stelling van Pythagoras in die driehoek: `AB^2 + BC^2 = AC^2`.
Met getallen: `5^2 + 3^2 = AC^2`, zodat `AC^2 = 34` en `AC = sqrt(34)`.

De lengte van `AG` bereken je nu in `Delta ACG`.
De stelling van Pythagoras in die driehoek: `AC^2 + CG^2 = AG^2`.
Met getallen: `sqrt(34)^2 + 2^2 = AG^2`, zodat `AG^2 = 38` en `AG = sqrt(38)`.

Uitleg
Voorbeeld 1
Voorbeeld 2
Voorbeeld 3
Toepassing