Toepassing
In de praktijk worden heel vaak inhoudseenheden gebruikt die zijn gebaseerd op de liter (L):
1 L = 1 dm3.
- Een deciliter (dL) is het tiende deel van een liter.
1 dL = 0,1 L = 0,1 dm3.
Een kopje koffie is ongeveer 2 dL = 0,2 L.
- Een centiliter (cL) is het honderdste deel van een liter.
1 cL = 0,01 L = 0,01 dm3 = 10 cm3.
De inhoud van injectiespuit is ongeveer 1 cL.
- Een milliliter (mL) is het duizendste deel van een liter.
1 mL = 0,001 L = 0,001 dm3 = 1 cm3.
De inhoud van een vingerhoedje is ongeveer 3 mL.
|
|