Voorbeeld 2
Op dit rooster is de oppervlakte-eenheid een roostervierkantje.
Daarmee bepaal je de oppervlakte van deze vijver:
- de oppervlakte van I is: 20 eenheden
- de oppervlakte van II is: 4 eenheden
- de oppervlakte van III is ongeveer: 5 eenheden
- de oppervlakte van IV is ongeveer: 2 eenheden
- de oppervlakte van V is ongeveer: 3 eenheden
- de oppervlakte van VI is ongeveer: 1,5 eenheden
De oppervlakte is dus ongeveer 35,5 eenheden.
Het is een vrij grove schatting vanwege de kromme gedeelten.
Als elke oppervlakte-eenheid van het rooster in werkelijkheid 10 x 10 m2 is,
dan is de totale omtrek van de figuur 35,5 x 100 = 3550 m2.
|
|