METEN EN TEKENEN | Overzicht |
Omtrek | |
Voorbeeld 1Op dit rooster is de lengte-eenheid de lengte van een roostervierkantje. Daarmee bepaal je de lengte van de omtrek van de figuur:AB = 3 eenheden BC ≈ 4,5 eenheden CD = 2 eenheden DE ≈ 1,5 eenheden EF = 6 eenheden FA = 5 eenheden De omtrek is dus ongeveer 22 eenheden. Als elke lengte-eenheid van het rooster in werkelijkheid 10 m is, dan is de totale omtrek van de figuur 22 × 10 = 220 m. |
|
Uitleg | |
Voorbeeld 1 | |
Voorbeeld 2 | |
Toepassing | |
Oefenen | |
Opgaven | |