INFORMATIE VERWERKEN | Overzicht | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kansen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VoorbeeldJe hebt een frequentietabel van de 30 cijfers voor een bepaalde toets in klas 2A. En je komt zo maar een leerling uit deze klas tegen die je verder niet kent. Hoe groot is de kans dat hij een voldoende had voor deze toets?
Antwoord
Er zijn 7+11+5+3=26 voldoendes van de 30 leerlingen. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uitleg | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voorbeeld 1 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voorbeeld 2 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Voorbeeld 3 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||