GRAFIEKEN EN FORMULES Overzicht
Van formule naar grafiek

Voorbeeld 3

In sommige winkels kun je kopieën maken.
De eigenaar van zo'n winkel huurt daarvoor een kopieermachine, zeg voor € 200,00 per maand. Elke kopie kost ook geld (papier, inkt en elektriciteit), bijvoorbeeld € 0,08 per kopie.
Voor de eigenaar zijn de kosten per kopie van belang; dan weet hij welke prijs hij zijn klanten moet vragen.
Voor hem geldt de formule: kosten per kopie = (200 + 0,08 × aantal kopieën) / aantal kopieën.
De kosten per kopie zijn in euro.

Als hij verwacht geen klanten voor kopieën te hebben, schaft hij geen machine aan.

Als hij verwacht 1000 kopieën per maand te kunnen verkopen, kost hem dat:
kosten per kopie = (200 + 0,08 × 1000) / 1000 = 0,28 euro.

Als hij verwacht 2000 kopieën per maand te kunnen verkopen, kost hem dat:
kosten per kopie = (200 + 0,08 × 2000) / 2000 = 0,18 euro.

Zo kan hij een tabel maken en dus ook een grafiek.
Afhankelijk van het aantal kopieën dat hij maandelijks denkt te kunnen verkopen, kiest hij zijn prijs.

Uitleg
Voorbeeld 1
Voorbeeld 2
Voorbeeld 3
Opgaven