Excel-practica maken: enkele tips

Practica met Excel zijn betrekkelijk eenvoudig zelf te maken. Al met de basisvaardigheden kun je zelf voor leerlingen geschikte interactieve werkmappen maken. Voorbeelden daarvan zijn op deze site genoeg te vinden, ze kunnen zo worden gedownload en aangepast. De werkmappen op deze site zijn namelijk niet beveiligd.
Soms kan beveiligen echter nuttig zijn. Hier vind je hoe een werkmap kan worden beveiligd op een zodanige manier dat er toch nog wel iets kan worden veranderd.

Omdat ook het maken van schuifbalken niet vanzelf gaat, is ook een korte instructie dienaangaande opgenomen.

Inhoud:


Een werkmap beveiligen

Een werkblad of werkmap beveiligen is heel eenvoudig: Probeer maar eens met een willekeurig XL-bestand.
Ga ook na dat de beveiliging werkt, probeer maar eens wat te wijzigen in een beveiligd werkblad.

De beveiliging is eenvoudig op te heffen via Extra >> Beveiliging >> Beveiliging blad opheffen. Je moet wel je wachtwoord nog weten!

Erg nuttig is dit niet als je interactieve werkbladen zoals Rechte lijnen, hellingsgetal en startgetal wilt maken. Want dan moeten leerlingen bepaalde cellen (zoals D5 en G5 in het zojuist genoemde werkblad) juist wel kunnen aanpassen. De cellen waarin leerlingen wijzigingen mogen aanbrengen moet je van tevoren markeren. Dat doe je via de celeigenschappen op deze manier:

Ga na, dat de cel waarvan de blokkering is uitgezet nog steeds toegankelijk is en kan worden gewijzigd. Gebruik bijvoorbeeld het hierboven genoemde werkblad.


Een schuifbalk maken

Een schuifbalk maak je via de werkbalk 'Formulieren'. Die werkbalk moet je eerst oproepen via Beeld >> Werkbalken >> Formulieren.

Je maakt nu zo'n schuifbalk door in de werkbalk Formulieren op het juiste icoontje te klikken (een rechthoekje met een dwarslijntje en twee pijltjes) en daarna ergens in het werkblad te klikken. Er ontstaat dan een (nogal grote) werkbalk die je gemakkelijk kunt vervormen tot hanteerbare proporties.
Vervolgens rechtsklik je op de schuifbalk en kies je voor 'Besturingselement opmaken'. Daarmee kun je instellen welke waarden de schuif kan aannemen en met welke stapgrootte hij beweegt. Bovendien wijs je hem aan een bepaalde cel toe. Als je vervolgens die cel opneemt in een formule, kun je met de schuifbalk de uitkomsten veranderen.

Open het werkblad Rechte lijnen, hellingsgetal en startgetal (met schuifbalken).
Je ziet daar een schuifbalk die is toegewezen aan cel D4.

Maak zelf ook zo'n werkblad met een schuifbalk, bijvoorbeeld voor de functie y = cx2 + 4, met parameter c waar je een tabel en een grafiek bij maakt. Vervolgens levert wat stoeien met kleurtjes vaak al een heel aardig geheel op.


| © www.wiskundeweb.nl | Tips maken practicum wiskunde | webeditor: FS | versie: maart 2003 |