DISCRETE KANSMODELLEN Overzicht
Niet-binomiaal

Voorbeeld

Je hebt gelezen dat op dit moment 23% van alle Nederlandse meisjes van 12 t/m 18 jaar rookt. Je weet dat deze groep meisjes uit ongeveer 450.000 personen bestaat. Je vraagt 50 jou onbekende Nederlandse meisjes uit die leeftijdscategorie of ze roken.
Hoe groot is de kans dat minstens 15 daarvan dit doen?

Antwoord

Hier is sprake van een steekproef uit een veel grotere populatie. Hoewel in feite sprake is van een hypergeometrische stochast, kun je het aantal rokende meisjes M in de steekproef opvatten als binomiale stochast.

De gevraagde kans is daarom P(M ≥ 15) = 1 – P(X ≤ 14) ≈ 0,1565.

Inleiding
Uitleg
Theorie
Voorbeeld 1
Voorbeeld 2
Voorbeeld 3
Opgaven