KANSREKENING Overzicht
Kansbomen

Uitleg

Bij een schotpercentage van 25% scoort een basketballer bij één op de vier doelpogingen. Je kunt dit percentage opvatten als zijn trefkans bij elke doelpoging.

Om zijn kansen te bepalen bij bijvoorbeeld 2 doelpogingen kun je dit opvatten als het aselect 2 keer trekken van een balletje uit een vaas met 1 groen (raak) en drie rode (mis) balletjes. Je moet dan wel na de eerste keer een balletje te hebben getrokken dit weer terug doen in de vaas en het geheel schudden. Dit is een vaasmodel voor de doelpogingen van de basketballer, en het is een vaasmodel met teruglegging.

Bij elk vaasmodel kun je een kansboom maken om de bijbehorende kansen te berekenen.
Als X het aantal treffers bij 2 doelpogingen is, dan geldt ook in het vaasmodel:

P(X = 1) =  1 4  ·  3 4  +  3 4  ·  1 4  =  6 16  = 0,375.

Inleiding
Uitleg
Theorie
Voorbeeld 1
Voorbeeld 2
Voorbeeld 3
Opgaven