RUIMTELIJKE FIGUREN
Overzicht
Berekeningen
Verkennen
Je ziet hier een balk
ABCD.EFGH
. Gegeven is dat
AB
= 5 cm,
BC
= 3 cm en
AE
= 2 cm.
Hoe groot zijn de lijnstukken
AC
en
AG
?
Hoe groot is hoek
CAG
(de hoek bij
A
met benen
AC
en
AG
)?
Inleiding
Uitleg
Theorie
Voorbeeld 1
Voorbeeld 2
Voorbeeld 3
Opgaven