De meeste details over Diophantos' leven zijn te vinden in een raadsel uit een raadselboek dat werd samengesteld door Metrodorus omstreeks 500: ... zijn jeugd duurde 1/6 deel van zijn leven, hij trouwde na nog eens 1/7 deel; zijn baard groeide na weer 1/12 deel en zijn zoon werd 5 jaar daarna geboren; die zoon leefde de helft van zijn vader's leven en de vader stierf 4 jaar na de zoon. Hij trouwde dus toen hij 26 was en had een zoon die op 42-jarige leeftijd stierf, 4 jaar voor de dood van Diophantos zelf op 84-jarige leeftijd.
Diophantos is bekend geworden door zijn boek 'Arithmetica' waarin hij 130 problemen beschreef die leiden tot een vergelijking. Van al deze problemen gaf hij de oplossing. Op grond daarvan wordt hij wel de 'vader van de algebra' genoemd.
» De tijd van Diophantos » Het werk van Diophantos
Het werk van Diophantos De 'Arithmetica' (de 'Rekenkunde') is een verzameling van zo'n 130 problemen waarin de oplossingen werden beschreven van bepaalde types vergelijkingen. Maar een deel van de oorspronkelijke 13 boeken waaruit de Artithmetica bestond zijn bewaard gebleen via Arabische vertalingen. Daaruit blijkt dat Diophantos een wat ruimer getalbegrip hanteerde dan zijn voorgangers. Tot die tijd stelden de Griekse wiskundigen dat alleen 2, 3, 4, 5, enzovoorts getallen waren. Zelfs de 1 werd niet als getal beschouwd maar als maat voor de 'echte getallen': 2 betekende 2 keer de eenheid 1 en was het eerste getal. Ze gebruikten voor die getallen letters die ze (om aan te geven dat het geen woorden waren) van een streep erboven voorzagen: Griekse cijfers eenhedentientallenhonderdtallenvoorbeelden α = 1ι = 10ρ = 100ια = 11 β = 2κ = 20σ = 200ρνγ = 153 γ = 3λ = 30τ = 300,ατε = 1305 δ = 4μ = 40υ = 400 ε = 5ν = 50φ = 500 ς = 6ξ = 60χ = 600 ζ = 7ο = 70ψ = 700 η = 8π = 80ω = 800 θ = 9Ο = 90Τ = 900 Breuken waren geen getallen, maar werden uitsluitend opgevat als verhouding van twee getallen: 2/7 was de verhouding van 2 eenheden op 7 eenheden. Diophantos was de eerste wiskundige die ook breuken als oplossing van een vergelijking toeliet. Decimale getallen kende hij echter niet, het hele decimale stelsel was in die tijd nog onbekend! En ook negatieve getallen bestonden niet... Het oplossen van lineaire en kwadratische vergelijkingen staat in de Arithmetica centraal. Diophantos zoekt daarbij naar positieve rationale wortels, oplossingen dus die bestonden uit positieve breuken of gehele getallen. Vergelijkingen die leidden tot negatieve oplossingen of tot wortels (onmeetbare getallen) als oplossing beschouwde hij als nutteloos. De moderne notaties, zoals het gebruik van tekens voor optellen, aftrekken en vermenigvuldigen en delen alsmede het gebruik van letters voor variabelen, kende Diophatos niet. Dergelijke notaties raakten pas na 1500 in gebruik. Maar Diophantos werkte wel met symbolen: bijvoorbeeld een vaste Griekse letter voor de onbekende, vaste tekens voor 'kwadraat' (tweede macht) en 'kubus' (derde macht). Hij kende zelfs symbolen voor hogere machten, hoewel de Griekse wiskundigen voor hem het bestaan van dergelijke machten niet erkenden omdat ze geen meetkundige betekenis hadden. (In het vervolg van de tekst wordt onze moderne notatie gebruikt!) Diophantos bestudeerde drie soorten van kwadratische vergelijkingen, namelijk ax2 + bx = c, ax2 = bx + c en ax2 + c = bx. Dat deze gevallen voor hem verschillend waren kwam doordat hij het getal 0 niet kende en veronderstelde dat a, b en c positieve constanten waren. Ook bestudeerde hij situaties waarin stelsels vergelijkingen met meerdere onbekenden in voorkwamen. Hier vind je een paar voorbeelden van de problemen die Diophantos besprak: Probleem: Van twee getallen is de som gegeven alsmede het verschil van hun kwadraten. Vind deze getallen als de som 20 is en het verschil van de kwadraten 80. Oplossing: Noem het verschil van beide getallen 2p. De getallen zijn dan 10 + p en 10 – p. Het verschil van de kwadraten is (10 + p)2 – (10 – p)2 = 80. Dat betekent (uitwerken): 40p = 80. En dus: p = 2. De getallen zijn dan 12 en 8. Probleem: Van twee getallen is de som gegeven alsmede hun product. Vind deze getallen als de som 10 is en het product 9. Oplossing: Stel dat het verschil van beide getallen x en y gelijk is aan 2p = x – y. Dan is x = 5 + p en y = 5 – p. Dus: x · y = (5 + p)(5 – p) = 25 – p2 = 9. Dit betekent dat p2 = 16 en dus p = 4. Conclusie: x = 9 en y = 1. Probleem: Een gegeven getal is de som van twee kwadraten. Verdeel dit getal in twee andere kwadraten als het gegeven getal is 13 = 22 + 32. Oplossing: Neem voor de gezochte kwadraten (2 + p)2 en (3 – mp)2. Vervolgens probeert Diophantos maar wat; hij kiest m = 2. Waarom hij dat doet is onbekend, hij had ook best een ander getal dan 2 kunnen nemen. Nu vindt hij: (2 + p)2 + (3 – 2p)2 = 13. Dus: 5p2 – 8x + 13 = 13. Dit geeft: 5p2 – 8p = 0. Diophantos kent het getal 0 niet en maakt hier daarom van: 5p = 8 en dus p = 8/5. De gevraagde kwadraten zijn: 324/25 en 1/25. Ook bestudeerde Diophantos methoden om machten te vinden tussen twee gegeven grenzen. Om bijvoorbeeld een kwadraat te vinden tussen 5/4 en 2 vermenigvuldigde hij beide getallen met 64, ziet het kwadraat 100 tussen 80 en 128 en vindt zo de oplossing 25/16. Hier gaat het in feite om getallentheorie. Op dat gebied wist Diophantos het nodige, bijvoorbeeld: een getal van de vorm 4n + 3 of 4n – 1 kan nooit de som van twee kwadraten zijn; een getal van de vorm 24n + 7 kan nooit de som van drie kwadraten zijn; elk getal kan worden geschreven als de som van vier kwadraten (een bewijs werd pas gevonden door de Franse wiskundige Lagrange, zelfs de grote getallentheoreticus Fermat beet er zijn tanden op stuk!). Duidelijk is wel dat Diophantos vooral werkt aan manieren om bepaalde problemen op te lossen, maar nauwelijks aan algemene oplossingsmethoden. Dat was ook lastig, want hoewel Diophantos werkte met eigen symbolen, moest hij toch zijn problemen veelal in woorden beschrijven. Uit geschriften van anderen, uit verwijzingen in de 'Arithmetica' en uit teruggevonden fragmenten blijkt dat Diophantos meer werken over wiskunde heeft geschreven. Veel van zijn werk is echter verloren gegaan. Pas in 1463 maakten wiskundigen in West-Europa kennis met werk van Diophantos doordat Regiomontanus schreef over de Arithmetica, die nog altijd niet was vertaald in het Latijn. Dat gebeurde pas in 1570 door de Italiaanse wiskundige Bombelli, maar deze vertaling werd nooit gepubliceerd. De bekendste Latijnse vertaling van Diophantos' Arithmetica stamt uit 1621 en is van de hand van Bachet. Dit is de versie die werd bestudeerd door Fermat en waardoor deze werd geïnspireerd tot zijn beroemde stellingen over getallen... Math4all
Tot die tijd stelden de Griekse wiskundigen dat alleen 2, 3, 4, 5, enzovoorts getallen waren. Zelfs de 1 werd niet als getal beschouwd maar als maat voor de 'echte getallen': 2 betekende 2 keer de eenheid 1 en was het eerste getal. Ze gebruikten voor die getallen letters die ze (om aan te geven dat het geen woorden waren) van een streep erboven voorzagen:
Breuken waren geen getallen, maar werden uitsluitend opgevat als verhouding van twee getallen: 2/7 was de verhouding van 2 eenheden op 7 eenheden. Diophantos was de eerste wiskundige die ook breuken als oplossing van een vergelijking toeliet. Decimale getallen kende hij echter niet, het hele decimale stelsel was in die tijd nog onbekend! En ook negatieve getallen bestonden niet...
Het oplossen van lineaire en kwadratische vergelijkingen staat in de Arithmetica centraal. Diophantos zoekt daarbij naar positieve rationale wortels, oplossingen dus die bestonden uit positieve breuken of gehele getallen. Vergelijkingen die leidden tot negatieve oplossingen of tot wortels (onmeetbare getallen) als oplossing beschouwde hij als nutteloos. De moderne notaties, zoals het gebruik van tekens voor optellen, aftrekken en vermenigvuldigen en delen alsmede het gebruik van letters voor variabelen, kende Diophatos niet. Dergelijke notaties raakten pas na 1500 in gebruik. Maar Diophantos werkte wel met symbolen: bijvoorbeeld een vaste Griekse letter voor de onbekende, vaste tekens voor 'kwadraat' (tweede macht) en 'kubus' (derde macht). Hij kende zelfs symbolen voor hogere machten, hoewel de Griekse wiskundigen voor hem het bestaan van dergelijke machten niet erkenden omdat ze geen meetkundige betekenis hadden. (In het vervolg van de tekst wordt onze moderne notatie gebruikt!)
Diophantos bestudeerde drie soorten van kwadratische vergelijkingen, namelijk ax2 + bx = c, ax2 = bx + c en ax2 + c = bx. Dat deze gevallen voor hem verschillend waren kwam doordat hij het getal 0 niet kende en veronderstelde dat a, b en c positieve constanten waren. Ook bestudeerde hij situaties waarin stelsels vergelijkingen met meerdere onbekenden in voorkwamen. Hier vind je een paar voorbeelden van de problemen die Diophantos besprak:
Ook bestudeerde Diophantos methoden om machten te vinden tussen twee gegeven grenzen. Om bijvoorbeeld een kwadraat te vinden tussen 5/4 en 2 vermenigvuldigde hij beide getallen met 64, ziet het kwadraat 100 tussen 80 en 128 en vindt zo de oplossing 25/16. Hier gaat het in feite om getallentheorie. Op dat gebied wist Diophantos het nodige, bijvoorbeeld:
Uit geschriften van anderen, uit verwijzingen in de 'Arithmetica' en uit teruggevonden fragmenten blijkt dat Diophantos meer werken over wiskunde heeft geschreven. Veel van zijn werk is echter verloren gegaan. Pas in 1463 maakten wiskundigen in West-Europa kennis met werk van Diophantos doordat Regiomontanus schreef over de Arithmetica, die nog altijd niet was vertaald in het Latijn. Dat gebeurde pas in 1570 door de Italiaanse wiskundige Bombelli, maar deze vertaling werd nooit gepubliceerd. De bekendste Latijnse vertaling van Diophantos' Arithmetica stamt uit 1621 en is van de hand van Bachet. Dit is de versie die werd bestudeerd door Fermat en waardoor deze werd geïnspireerd tot zijn beroemde stellingen over getallen...
Math4all