Cantor groeide op in de tijd dat Duitsland een Bond van Duitse staten was,
een tamelijk los samenwerkingsverband met een dominante rol voor Pruisen. Na de overwinning in de Frans-Duitse
oorlog (1870 - 1871) weet de Pruisische ministerpresident Bismarck de
Bond om te smeden tot het Duitse keizerrijk met de Pruisische koning Wilhelm I als keizer en met hem zelf als rijkskanselier. Later raakt Bismarcks rol uitgespeeld en trekt keizer Wilhelm II alle macht naar zich toe.
In de jaren na de eeuwwisseling
neemt de spanning op het internationale toneel langzaam toe. Tegen het einde van Cantors leven brak tenslotte de eerste wereldoorlog (1914 - 1918) uit.
De periode 1871 - 1914 is de tijd waarin in Duitsland de industrie
een grote vlucht nam. Bedrijven als BASF, Siemens en Bayer dateren uit die tijd.
Berlijn was in Cantors tijd onmiskenbaar het centrum van de Duitse wiskunde met
grootheden als Dedekind, Kronecker en Weierstrass.