Inhoud
Het werpen met een dobbelsteen kun je simuleren met toevalsgetallen. Bij de TI-30 vind je de 'randomizer' (toevalsgetallenmaker) door
Meestal heb je echter gehele toevalsgetallen nodig (bijvoorbeeld bij de dobbelsteen de getallen 1 t/m 6). Die kun je krijgen door randint (geheel getal) te gebruiken. Bij de TI-30 vind je randint op dezelfde wijze als rand:
Het aantal permutaties van 6 elementen is het totale aantal mogelijke verwisselingen als alle 6 elementen verschillend van elkaar zijn.
Dat aantal permutaties is: 6 × 5 × 4 × 3 × 2 × 1 = 6!.
De TI-30 kan 6! op de volgende manier berekenen zonder de hele vermenigvuldiging in te tikken:
Onder 'permutaties' verstaat de TI-30 het aantal variaties van bijvoorbeeld 4 uit 10. Het gaat dan om de onderlinge verwisselingen van 4 elementen gekozen uit 10 verschillende elementen, dus om 10 × 9 × 8 × 7 = 10! / 6!.
Je kunt dat met de TI-30 als volgt berekenen:
Het aantal combinaties van 4 uit 10 is 10! / 4! / 6!. Dit is het aantal verwisselingen van 10 elementen die niet allemaal verschillend zijn, maar waarbij er twee groepen zijn: één van 4 onderling gelijke elementen en één van 6 andere, maar onderling gelijke elementen.
Met de TI-30 kun je het aantal combinaties van 4 uit 10 zo berekenen:
Wanneer je het aantal verwisselingen moet berekenen van 10 elementen waarin een groep van 2 onderling gelijke, van 3 onderling gelijke en van 5 onderling gelijke elementen voorkomen, dan kun je niet met nCr werken.
Dan bereken je: 10! / 2! / 3! / 5! of 10!/(2! × 3! × 5!)