Kentekens

Een praktische opdracht voor de tweede fase havo/vwo, wiskunde A

Elke nieuwe auto wordt voorzien van een eigen kenteken. Die kentekens worden verstrekt door de Rijksdienst voor het Wegverkeer. Deze dienst heeft een eigen site op het internet: www.rdw.nl. Het bijgevoegde artikel over de geschiedenis van de kentekenplaat komt daar vandaan. De nieuwste generatie kentekens heeft de vorm cijfer, cijfer – letter, letter, letter – cijfer.
Een voorbeeld: 04 – LDF – 7.
Het volgt het systeem van drie blokken met twee letters of twee cijfers op.

Het systeem van drie blokken met twee letters of twee cijfers is pas in 1951 ingevoerd. Daarbij worden niet alle letters gebruikt, bijvoorbeeld werden in de eerste drie series de combinaties SA en SS niet gebruikt en waren de nummerborden met AA, AB en AC gereserveerd voor het Koninklijk Huis. En vanaf oktober 1978 waren bijvoorbeeld de lettercombinaties DB en BB met cijfer 01 steeds het eerste kenteken dat werd afgegeven. In het systeem van drie blokken met twee letters of twee cijfers gold bijvoorbeeld ook:
B en V worden gebruikt voor bedrijfsauto's
M wordt gebruikt voor motoren
O is voor opleggers
W is voor aanhangwagens
AA is voor het Koninklijk Huis
CD is voor diplomaten
GN is voor tijdelijk gebruik door buitenlanders
DE en AE zijn voor oldtimers

Ook het huidige systeem kent vele beperkingen. Zo worden er geen klinkers gebruikt. En veel lettercombinaties zijn ongewenst...

• Maak nu zelf een zo nauwkeurig mogelijk schatting van het totaal aantal kentekens dat sinds 1898 in Nederland mogelijk is geweest. Bekijk daartoe elk van de verschillende series kentekens afzonderlijk en bereken alle combinaties die daarin mogelijk zijn. Vermeld telkens welke combinaties niet mogelijk zijn (geweest). Aanvullende informatie kun je vinden via internet door te zoeken op trefwoorden als 'kenteken', 'nummerbord'.

In andere landen worden andere systemen van kentekens voor auto’s gehanteerd. Bijvoorbeeld in Duitsland hangt de lettercombinatie af van de regio waaruit je auto komt. En in België is het systeem weer anders. In deze landen hoort het kenteken niet bij de auto (zoals in Nederland) maar bij de eigenaar, die zijn leven lang hetzelfde nummer kan houden.

• Kies een willekeurig ander land uit en probeer zoveel mogelijk te weten te komen over het huidige kentekensysteem daar.
• Maak een schatting van het totaal aantal mogelijke kentekens in het door jou gekozen land.
• Vergelijk het systeem in het door jou gekozen land met het Nederlandse systeem en beschrijf de voordelen en nadelen.
• Doe een aanbeveling voor een nieuwe serie kentekens die in 2005 de huidige serie in Nederland moet gaan vervangen.
• Verwerk dit alles tot een onderzoeksverslag dat kan worden gestuurd naar de Rijksdienst voor het Wegverkeer.

Uitwerking:

• Berekening van het aantal mogelijke kentekens voor 1951 (10 punten).
• Berekening van het aantal mogelijke kentekens in de nieuwere systemen, waarbij je rekening houdt met de combinaties die niet mogelijk zijn (15 punten).
• Kentekensysteem in het buitenland beschrijven en berekening aantal mogelijkheden (15 punten).
• Vergelijken van het buitenlandse met het Nederlandse systeem en een aanbeveling aan de Rijksdienst voor het Wegverkeer (20 punten).