Lijnen en hoeken
Antwoorden bij de opgaven
-
- Ja, de vectorvoorstelling is OK, want de plaatsvector wijst een willekeurig punt op de lijn aan en de richtingsvector is een vector op de lijn.
- Ja, de vectorvoorstelling is OK, want de plaatsvector wijst een willekeurig punt op de lijn aan en de richtingsvector is een vector op de lijn.
- Zie theorie
- -
- `((1),(-2))`
- -
-
- Zie de applet.
- -
- `x-3y=-5`
- De normaalvector opstellen en van daaruit de vergelijking maken.
- Inproduct = 0
-
- -
- `((x),(y))=((-4),(1))+p((3),(-1))` en `x+3y=-1`
- `((x),(y))=((-3),(0))+q((1),(1))` en `x-y=-3`
-
- `((x),(y))=((0),(2))+p((3),(-4))`
- `rc=- 4/3`
- `y=p` geeft `4x+3p=6` en dus `x=1,5-0,75p`.
`(1,5-0,75p; p)` ligt op de lijn dus een v.v. is `((x),(y))=((1,5),(0))+p((-0,75),(1))`
- Normaalvector is `((4),(3))` dus richtingsvector is `((-3),(4))` en `(0, 2)` is een punt op de lijn
-
- De hoek tussen twee lijnen moet scherp zijn, de hoek tussen twee vectoren niet
- -
- -
-
- -
- `OM: ((x),(y))=s((5),(2))`
- Nu moet `-2+2t=5s` en `3-t=2s` . Dit stelsel oplossen geeft `(20/9 , 4/9)`
- Zie Voorbeeld 4
-
- `((x),(y))=((-20),(45))+p((5),(-3))`
- `((x),(y))=((5),(0))+q((5),(2))`
- `((x),(y))=((-20),(45))+r((2),(-5))`
- `((x),(y))=t((1),(0))`
- `((x),(y))=s((0),(1))`
-
- `l: ((x),(y))=((0),(20))+p((3),(-2))` en `m: ((x),(y))=((50),(0))+q((1),(1))`
- 79°
-
- 53°
- 16
- 6.26
- Maak v.v. van elk van de hoogtelijnen en snijdt er twee. Je vindt `((ac)/b, 0)`. Controleer dat dit punt ook op de derde hoogtelijn ligt
- Neem `A(-a, 0), B(a, 0)` en `C(0, c)`.
-
- `l: ((x),(y))=((-3),(2))+p((8),(-1))` en `m: ((x),(y))=((0),(12))+q((2),(-1))`
- `(27 2/3 , -1 5/6)`
- 19°
-
- `((a+b)/2, (ac - bc)/(2a))`
- De afstanden van dit punt tot aan elk der hoekpunten is hetzelfde.