Afstanden
Inleiding
www.math4all.nl > MAThADORE-basic HAVO/VWO > 4/5/6 VWO wi-d > Analytische Meetkunde > Afstanden > Inleiding
Probeer de vragen bij Verkennen zo goed mogelijk te beantwoorden.
Uitleg
www.math4all.nl > MAThADORE-basic HAVO/VWO > 4/5/6 VWO wi-d > Analytische Meetkunde > Afstanden > Uitleg
Lees eerst de Uitleg goed door.
- Voer de berekening die in de Uitleg is beschreven zelf uit. Ga na of het antwoord overeen komt met de bedoelde afstand in de applet.
- Bereken de afstand van `P(0, 5)` tot lijn `m: y = -0,5x + 10`.
Theorie
www.math4all.nl > MAThADORE-basic HAVO/VWO > 4/5/6 VWO wi-d > Analytische Meetkunde > Afstanden > Theorie
Bestudeer eerst de Theorie. In de opgaven wordt je naar de Voorbeelden verwezen.
Opgaven
- Bereken in Voorbeeld 1 zelf de lengte van de hoogtelijnen uit `A` en uit `B`.
- Oefen met de applet in Voorbeeld 1 het berekenen van lengtes van hoogtelijnen.
- Bereken de afstand van `P(25, -13)` tot de lijn `l: 5x - 3y = 30`.
- Gegeven is de cirkel `c` met vergelijking `(x - 5)^2 + (y - 4)^2 = 10` en de lijn `l: x + y = 2`.
- Wat versta je onder de afstand van `O` tot cirkel `c`? Bereken deze afstand.
- Wat versta je onder de afstand van lijn `l` tot cirkel `c`? Bereken ook deze afstand. Bekijk eventueel Voorbeeld 2.
- Bereken ook de afstand tussen cirkel `c` en de cirkel om `O` en door `(1, 1)`.
- Bereken de afstand tussen de twee lijnen `2x + 4y = 7` en `y = 6 - 0,5x`.
- Wanneer heeft het zin om te vragen naar de afstand tussen twee rechte lijnen? Hoeveel bedraagt die afstand in alle andere gevallen?
- Bedenk een manier om de vergelijkingen op te stellen van de twee rechte lijnen die evenwijdig zijn aan de lijn `l: x + 4y = 8` en een afstand van 2 tot die lijn hebben. Bekijk eventueel Voorbeeld 3.
Practicum
www.math4all.nl > MAThADORE-basic HAVO/VWO > 4/5/6 VWO wi-d > Analytische Meetkunde > Afstanden > GeoGebra VI
Voer de beschreven constructie uit. Controleer zo met GeoGebra je antwoorden van opgave 9.
Verwerken
- Bereken (eventueel in twee decimalen nauwkeurig) de afstand van
- punt `P(2, 3)` tot lijn `l: 4x - 5y = 40`;
- punt `P(2, 3)` tot cirkel `c: (x + 3)^2 + (y + 4)^2 = 16`;
- lijn `l` tot cirkel `c`.
- Een driehoek `PQR` is gegeven door `P(12, 5)`, `Q(35, 7)` en `R(40, 12)`.
- Bereken de lengte van de hoogtelijn uit `P`.
- Bereken de oppervlakte van `Delta PQR`.
- Een manier om een ellips te tekenen kun je zien bij Totaalbeeld > Toepassingen: Ellips. De ellips bestaat uit punten `P(x, y)` waarvan de afstanden tot het gegeven punt `F(3, 0)` en tot de gegeven cirkel `c: x^2 + y^2 = 25` steeds hetzelfde zijn.
- Maak de ellips eerst met de applet. Maak zelf deze constructie in GeoGebra. Je weet dan meteen hoe de ellips wordt geconstrueerd.
- Toon aan dat voor elke `P` steeds `|OP| + |PF| = 5`.
- Stel nu een vergelijking op voor de punten `P` van de ellips.
- Bereken de snijpunten van de ellips met beide coördinaatassen.
- De deellijn (of bissectrice) van een hoek is de lijn die de hoek in twee gelijke delen verdeeld. In GeoGebra kun je deellijnen construeren. De lijnen `l: y=0` en `m: y=2x` maken een scherpe hoek met elkaar. Punt `P(x, y)` is een punt van de deellijn van deze hoek.
- Stel een vergelijking op van deze deellijn (benaderingen in drie decimalen nauwkeurig).
- Toon aan dat elk punt van deze deellijn dezelfde afstand heeft tot lijn `l` als tot lijn `m`.
Testen
- Bereken de afstand van `A(0, 12)` tot de lijn `l: y=4x+5` in twee decimalen nauwkeurig.
- Stel vergelijkingen op van de twee lijnen die een afstand `sqrt(17)` hebben tot de lijn `l: y=4x+5`.
- Gegeven is de cirkel `c` met middelpunt `O(0, 0)` en straal `sqrt(17)`. Bereken de afstand van lijn `l: -3x + 5y = 68` tot deze cirkel.