Continue stochast
Inleiding
www.math4all.nl > MAThADORE-basic HAVO/VWO > 4/5/6 VWO wi-d > Statistiek en kansrekening > Continue kansmodellen > Continue stochast > Inleiding
Beantwoord de vragen bij Verkennen.
Uitleg
www.math4all.nl > MAThADORE-basic HAVO/VWO > 4/5/6 VWO wi-d > Statistiek en kansrekening > Continue kansmodellen > Continue stochast > Uitleg
Opgaven
-
Bekijk de relatieve frequentieverdeling van de transactietijd in Verkennen en in de Uitleg.
-
Teken zelf op papier het bijbehorende kanshistogram. Waarom is `T` nu een discrete toevalsvariabele?
-
Bepaal de kans dat je hoogstens 3 minuten moet wachten, dus `text(P)(T <= 3)`.
-
Teken door de middels van de staven van je histogram een vloeiende kromme die goed past bij het histogram. Waarom kun je `T` eigenlijk opvatten als een continue stochast?
-
Schat in geval je `T` opvat als een continue stochast `text(P)(T <= 3)`.
-
Waarom is de kans dat je hoogstens 3 minuten moet wachten eigenlijk `text(P)(T <= 3,5)`?
-
Gebruik de vloeiende grafiek die je in de voorgaande opgave hebt gemaakt.
-
Arceer het gebied dat de kans voorstelt dat de transactietijd gelijk is aan 3 minuten en leg uit waarom dit gebied wordt begrensd door de lijnen `t = 2,5` en t = `3,5`.
Geef een schatting van deze kans.
-
Bepaal op dezelfde manier de kans op dat de transactietijd minstens 3 minuten is.
-
Welk percentage hoort bij het hele gebied onder deze grafiek?
-
Bekijk in de Uitleg, pagina 2 hoe je bij een continue stochast kansen berekent door middel van integreren.
-
Wat stelt in dit verband de kansdichtheidsfunctie voor? En waarom is het belangrijk om die te weten?
-
Schrijf de kans die wordt bedoeld bij a van de voorgaande opgave als integraal.
Theorie
www.math4all.nl > MAThADORE-basic HAVO/VWO > 4/5/6 VWO wi-d > Statistiek en kansrekening > Continue kansmodellen > Continue stochast > Theorie
Bekijk eerst de Theorie.
In de opgaven wordt je naar de Voorbeelden verwezen.
Opgaven
-
In Voorbeeld 1 wordt opnieuw het berekenen van de kans op een bepaalde transactietijd bekeken.
-
Ga na dat de gegeven kansdichtheidsfunctie past bij de gemeten transactietijden.
-
Laat zien dat voor deze kansdichtheidsfunctie geldt `int_(0)^(10) f(t) text(d)t ~~ 1`.
-
Ga de schatting van `text(P)(T <= 4,75)` zelf na.
-
Hoe groot is de kans op meer dan 10 minuten transactietijd? Schrijf deze kans als integraal en benader dan die integraal met de grafische rekenmachine.
-
Bereken de kans op een transactietijd van tussen de 2 en de 3 minuten.
-
Waarom is de kans op een transactietijd van precies 4 minuten gelijk aan 0?
-
Waarom is `text(P)(T <= 4,75) = text(P)(T < 4,75)`?
-
Een veel voorkomende continue stochast is de normale stochast. In Voorbeeld 2 zie je daarvan de standaard kansdichtheidsfunctie.
Bekijk eerst even de grafiek van deze standaard normale kansdichtheidfunctie `f(x)`.
- Toon aan dat de grafiek van `f` symmetrisch is t.o.v. de `y`-as.
- Bereken de coördinaten van de top van `f`.
- Bereken de coördinaten van de buigpunten van `f`.
- Ga ook zelf na dat `f` een geschikte kansdichtheidsfunctie is.
- Bereken `text(P)(-2 < X < 2)`.
- Bereken `text(P)(x >= 1,6)`.
-
Als de lengte van een groep personen gemiddeld 180 cm is met een standaardafwijking van 5 cm, dan past daar deze kansdichtheidsfunctie bij
`l(x) = 1/(5 * sqrt(2pi)) * text(e)^(- 1/2 * ((x - 180)/5)^2)`
- Ga na dat deze kansdichtheidsfunctie eenzelfde grafiek heeft als die van de vorige opgave.
- Welke verschuiving en welke vermenigvuldigingen moet je op de grafiek van `f` toepassen om die van `l` te krijgen?
- Ga na, dat `l` een geschikte kansdichtheidsfunctie is.
- Bepaal de coördinaten van de top en de buigpunten van `l`.
- Bereken `text(P)(180 - 10 < X < 180 + 10)`. Vergelijk je antwoord met dat van e van de vorige opgave. Wat valt je op?
- Bereken `text(P)(178 < X < 186)`.
- Hoe groot is de kans dat in deze groep iemand van 2 meter of langer voorkomt?
-
Gegeven is de continue toevalsvariabele `X` door de kansdichtheidsfunctie `f(x) = x/a` waarbij `0 <= x <= 10`.
Functie `f` is alleen een kansdichtheidsfunctie als de oppervlakte onder de grafiek gelijk is aan 1 en als alle functiewaarden groter of gelijk aan 0 zijn.
Bekijk eventueel Voorbeeld 3.
- Bepaal de waarde van `a` waarvoor dit zo is.
- Bereken `text(P)(0 < X < 3)`.
- Hoeveel procent hoort er bij het gebied onder de grafiek tussen `2` en `8`?
- Bereken `text(P)(X > 5)`.
- Bereken `text(P)(X = 3)`.
Verwerken
-
Voor de afhandelingstijd `T` van telefoontjes in een call-center is een model opgesteld.
Bij het percentage P van de gesprekken met een tijdsduur kleiner of gelijk aan `T = t` minuten geldt de kansdichtheidsfunctie `f(t) = 0,042t * text(e)^(-0,20t)` met `0 <= t <= 30`.
- Laat zien dat er inderdaad sprake is van een kansdichtheidsfunctie.
- Schrijf de kans op een transactietijd van hoogstens 10 minuten als een integraal. Benader vervolgens deze kans met behulp van die integraal.
- Bereken op dezelfde manier de kans op een transactietijd van minstens 10 minuten.
- Hoeveel procent van de transacties duurt tussen de 5 en de 10 minuten?
- Hoeveel procent van de transacties duurt precies 5 minuten?
-
Het geboortegewicht `G = x` kilogram van zuigelingen ligt ongeveer rond de 3,6 kg.
Hieronder zie je de verdeling van de gewichten van 500 zuigelingen.
gewicht (kg) | 3,1 | 3,2 | 3,3 | 3,4 | 3,5 | 3,6 | 3,7 | 3,8 | 3,9 | 4,0 | 4,1 | 4,2 |
aantal | 3 | 8 | 22 | 41 | 73 | 85 | 93 | 83 | 53 | 28 | 9 | 2 |
- Geef de resultaten weer in een histogram met relatieve aantallen.
- Bereken het gemiddelde `mu(G)` en de standaardafwijking `sigma(G)` van deze steekproef.
Bij deze steekproef past een kansdichtheidsfunctie van de vorm `f(x) = 1/(sigma * sqrt(2pi)) * text(e)^(- 1/2((x - mu)/sigma)^2)`.
- Teken de grafiek van `f` op de grafische rekenmachine in het kanshistogram.
- Schat met behulp van het histogram de kans dat een baby bij de geboorte minder dan 3,45 kg weegt.
- Bepaal met behulp van een integraal de kans dat een baby bij de geboorte minder dan 3,45 kg weegt.
-
Bij de bloeddruk `X` van volwassenen tussen de 20 en de 40 jaar hoort bij benadering een kansverdeling die wordt bepaald door de kansdichtheidsfunctie `f(x) = 0,044 * text(e)^(-0,006(x - 130)^2)`.
Hierin is `x` in mm kwikdruk.
Als de bloeddruk van een volwassene in die leeftijdscategorie hoger is dan 150 mm kwikdruk wordt er bij een medisch testrapport "hoge bloeddruk" aangegeven.
- Toon aan dat `f` bij goede benadering een kansdichtheidsfunctie is.
- Welke integraal stelt de kans voor dat iemand een bloeddruk van boven de 130 mm kwikdruk heeft? Hoe groot is die kans?
- Hoeveel procent van de volwassenen tussen 20 en 40 jaar hebben in dit kansmodel last van "hoge bloeddruk"?
-
De kansverdelingsfunctie van een stochast `X` ziet er als volgt uit: `text(P)(X <= x) = 1 - text(e)^(-x)` voor `x >= 0` en `text(P)(X <= x) = 0` voor `x < 0`.
- Teken de grafiek van deze functie en toon aan dat hij voldoet aan de eisen waaraan een kansverdeling moet voldoen.
- Bepaal het voorschrift van de bijbehorende kansdichtheidsfunctie `f(x)`.
- Bereken `text(P)(X < 1)`.
- Bereken `text(P)(0 < X < 3)`.
- Bereken `text(P)(X > 3)`.
Testen
-
Gegeven is de continue stochast `X` met kansdichtheidsfunctie `f(x) = a(4 - x)` met `0 <= x <= 4`.
- Bereken `a`.
- Bereken de kans dat `X` tussen 1 en 3 ligt.
-
Een bepaald type gloeilampen heeft een gemiddelde levensduur van 680 uur.
Voor de levensduur `L = x` uur van dit type gloeilampen is een continu kansmodel opgesteld met een kansdichtheidsfunctie `f(x) = 0,0088 text(e)^(-0,00025(x - 680)^2)`.
- Hoeveel procent van deze lampen heeft een levensduur tussen 635 en 725 uur?
- Hoeveel procent van deze lampen heeft een levensduur van meer dan 770 uur?