Bij het systematisch tellen heb je tot nu toe vooral gewerkt met diagrammen. Eigenlijk gaat dat alleen als het aantal mogelijkheden niet al te groot is. Want als je bijvoorbeeld met drie of meer dobbelstenen gaat gooien, dan wordt het aantal even waarschijnlijke uitkomsten al snel zo groot, dat een boomdiagram niet meer te maken is. Wegendiagrammen zijn dan nog wel te maken, maar daarin kun je weer niet zo gemakkelijk de afzonderlijke gunstige mogelijkheden tellen. Kortom: tijd voor het werken aan telsystemen. Daarbij is als eerste belangrijk om onderscheid te maken tussen situaties waarin herhaling optreedt en situaties waarin dat niet zo is.
Gironummers en banknummers bestaan uit een groot aantal cijfers. Neem eens aan dat elk gironummer uit 7 cijfers bestaat en dat op elke positie elk cijfer kan voorkomen.
> Hoeveel gironummers kun je zo maken?
> Het eerste cijfer mag geen 0 zijn. Hoeveel gironummers kun je nu nog maken?
> Hoeveel gironummers zijn er met allemaal verschillende cijfers?
Stel je voor dat je wilt berekenen hoeveel verschillende pincodes mogelijk zijn.
De eerste vraag die je kunt stellen: mag ik cijfers herhalen of niet?
Als bij de pincode (van 4 cijfers) herhaling van de cijfers is toegestaan, dan kun je de situatie weergeven in dit wegendiagram:
Het aantal mogelijkheden is: 10 × 10 × 10 × 10 = 104.
Hier bereken je het aantal mogelijkheden met behulp van machten.
Dat komt omdat je cijfers mag herhalen.
Maar als je allemaal verschillende cijfers wilt hebben...
Als bij de pincode van 4 cijfers herhaling van cijfers niet is toegestaan dan ziet het wegendiagram met alle mogelijkheden er zo uit:
Het aantal mogelijkheden is: 10 × 9 × 8 × 7 = 5040.
Omdat het berekenen van dergelijke aflopende vermenigvuldigingen nogal tijdrovend is, hebben wiskundigen daarvoor het begrip faculteit ingevoerd.
10 × 9 × 8 × 7 × 6 × 5 × 4 × 3 × 2 × 1 wordt 10 faculteit genoemd en genoteerd als 10!.
Je rekenmachine beschikt over een functie om faculteiten te berekenen.
Controleer maar eens dat 10! = 3628800.
Ga ook na dat: 6! = 720, dat 1! = 1 en dat 0! = 1.
Je kunt 10 × 9 × 8 × 7 als volgt uitrekenen met behulp van faculteiten:
`10xx9xx8xx7=(10*9*8*7*6*5*4*3*2*1)/(6*5*4*3*2*1)=(10!)/(6!)`
Ga na, dat dit inderdaad 5040 oplevert.
Het werken met faculteiten is vooral handig als het om grote aantallen gaat.
‡
Als je r elementen kiest uit n beschikbare elementen en herhaling is toegestaan dan heb je nr mogelijkheden.
Als herhaling niet is toegestaan, dan krijg je te maken met vermenigvuldiging van een rij getallen die steeds met één verminderd. De vermenigvuldiging van de aflopende rij opeenvolgende getallen n tot en met 1 wordt n-faculteit genoemd.
Dit schrijf je als n!, dus n! = n · (n – 1) · (n – 2) · ... · 3 · 2 · 1.
Afgesproken is dat 0! = 1.
De rekenmachine heeft een functie om faculteiten te berekenen.
Als je n elementen kiest uit n beschikbare elementen en herhaling is niet toegestaan dan heb je n! mogelijkheden. Dit heet het aantal permutaties van n elementen.
Als je r elementen kiest uit n beschikbare elementen en herhaling is niet toegestaan dan heb je `(n!)/((n-r)!)` mogelijkheden. Dit heet het aantal permutaties van r elementen uit n elementen.
‡
In Nederland bestaat een bepaalde categorie kentekenplaten (op auto's) uit twee cijfers gevolgd door vier letters. Neem aan dat alle letters en cijfers mogen worden gebruikt.
Hoeveel kentekens kun je dan maken, als herhaling van letters en cijfers is toegestaan?
Dit kun je berekenen met machten. Voor elk kenteken heb je twee cijfers nodig en er zijn 10 verschillende cijfers. Je hebt dan totaal 102 = 100 verschillende mogelijkheden.
Voor elk kenteken heb je vier letters nodig en er zijn 26 verschillende letters. Je hebt 264 = 456976 verschillende mogelijkheden voor de letters.
In totaal zijn er dus 102 · 264 = 45.697.600 mogelijke kentekenplaten.
Dat is meer dan 45 miljoen!
(In werkelijkheid zijn het er minder omdat niet alle letters worden gebruikt en sommige letters alleen voor speciale voertuigen, zie ook bij de site van de RijksDienst Wegverkeer.)
‡
In Nederland bestaat een bepaalde categorie kentekenplaten (op auto's) uit twee cijfers gevolgd door vier letters. Neem aan dat alle letters en cijfers mogen worden gebruikt.
Dit kenteken kent allemaal verschillende tekens, hoe groot is de kans daar op?
In het voorgaande voorbeeld kun je zien dat er 102 · 264 = 45.697.600 kentekenplaten mogelijk zijn als de tekens ook mogen worden herhaald.
Mogen de tekens niet worden herhaald, zijn dat er 10 · 9 · 26 · 25 · 24 · 23 = 32.292.000.
De gevraagde kans is `32292000/45697600~~0,7067`, dus ongeveer 71%.
‡
Tijdens de finale van de 100 meter hardlopen op de Olympische Spelen strijden 8 lopers om 3 medailles. De lopers zijn allemaal topatleten. Je neemt aan dat ze volkomen gelijkwaardig zijn.
Op hoeveel manieren kunnen de medailles worden verdeeld?
Stel je een wegendiagram voor. Voor de eerste positie zijn 8 mogelijke kandidaten, voor de tweede dan nog 7 en voor de derde nog 6.
Er zijn `8*7*6 = (8!)/(5!) = 336` mogelijke uitslagen.
Dit is het aantal mogelijke permutaties van 3 elementen uit 8 elementen.
Je grafische rekenmachine kent hiervoor een speciale functie.
‡