Differentiaalquotiënt
Inleiding
www.math4all.nl > MAThADORE-basic HAVO/VWO > 4/5/6 VWO wi-c > Veranderingen > Differentiaalquotiënt > Inleiding
Probeer de vragen bij Verkennen zo goed mogelijk te beantwoorden.
Uitleg
www.math4all.nl > MAThADORE-basic HAVO/VWO > 4/5/6 VWO wi-c > Veranderingen > Differentiaalquotiënt > Uitleg
Opgaven
- Voor een versnellende zeilwagen geldt `a=1,8t^2` waarin `a` de afgelegde afstand in meter en `t` de tijd in seconden is. Bekijk eerst bij de uitleg hoe de snelheid van een andere zeilwagen op een bepaald tijdstip wordt gevonden met behulp van een rij van differentiequotiënten.
- De snelheid op `t=3` is
- hetzelfde als de gemiddelde snelheid over de eerste 3 seconden;
- groter dan de gemiddelde snelheid over de eerste 3 seconden;
- kleiner dan de gemiddelde snelheid over de eerste 3 seconden.
- Bereken de differentiequotiënten op het interval `[3; 3+h]`.
interval |
differentiequotiënt |
[3; 3,1] |
|
[3; 3,01] |
|
[3; 3,001] |
|
[3; 3,0001] |
|
- Hoe groot is nu de snelheid op `t=3`?
- Hoe is de snelheid op `t=3` zichtbaar in de grafiek?
- als hellingsgetal van de koorde op het interval `[0,3]`;
- als hellingsgetal van de koorde op het interval `[3;3,0001]`;
- als hellingsgetal van de raaklijn aan de grafiek in het punt met `t=3`;
- als uitkomst bij `t=3`.
Theorie
www.math4all.nl > MAThADORE-basic HAVO/VWO > 4/5/6 VWO wi-c > Veranderingen > Differentiaalquotiënt > Theorie
Bestudeer eerst de Theorie. In de opgaven wordt je naar de Voorbeelden verwezen.
Opgaven
-
In Voorbeeld 1 zie je hoe je bij een gegeven functie `f` het differentiaalquotiënt voor een bepaalde `x`-waarde kunt berekenen.
- Wat betekent dit getal voor de grafiek? (Geef alle goede antwoorden.)
- het hellingsgetal van de grafiek voor die `x`-waarde;
- het hellingsgetal van de koorde op het interval `[0;x]`;
- de richtingscoëfficiënt van de raaklijn aan de grafiek voor die `x`-waarde;
- de `y`-waarde bij die waarde van `x`.
- Welke betekenis heeft dit getal voor de functiewaarden?
- de grootte van de functiewaarde bij die waarde van `x`;
- de snelheid waarmee de functiewaarden veranderen voor die waarde van `x`;
- de gemiddelde verandering van de functiewaarden.
-
Bekijk de grafiek van `f(x)=0,5x^3+2`. Je wilt het differentiaalquotiënt bepalen voor `x=1`.
Maak een rij met differentiequotiënten op het interval `[1,1+h]` waarin `h` achtereenvolgens de waarden `1`, `0,01`, `0,001` en `0,0001` heeft.
- Hoe groot is dus het differentiaalquotiënt voor `x=1`?
-
Bekijk Voorbeeld 2.
Hier zie je een deel van een grafiek met een raaklijn aan de grafiek voor `x=2`.
- Bepaal het differentiaalquotiënt voor `x=2` met behulp van de figuur.
- Stel een vergelijking van de getekende raaklijn op.
-
De grafiek hoort bij de functie `f(x)=5-sqrt(2x)`.
Controleer je antwoord bij a door het differentiaalquotiënt door de grafische rekenmachine te laten bepalen.
-
Gegeven is de functie `f(x)=0,6x^2+1`.
-
Bekijk de grafiek van deze functie op het interval `[-4,4]`.
Laat zien, dat het punt `(2;3,4)` op de grafiek van deze functie ligt.
- Bereken `f'(2)` op de manier van Voorbeeld 3.
- Stel een vergelijking op voor de raaklijn aan de grafiek in `(2;3,4)`.
- Er is een punt op de grafiek waarin de helling van de raaklijn precies het tegenovergestelde is van die bij a.
Welk punt is dat? Licht je antwoord toe.
- In welk punt van de grafiek is de helling `0`?
Verwerken
-
Een steen valt van een loodrechte rotswand `500`m naar beneden. Voor de afgelegde weg `y` (in m) geldt de formule `y(t)=4,9t^2` waarin `t` de tijd in seconden is, tenminste zolang de steen nog aan het vallen is en niet op de grond terecht is gekomen.
- Bereken de gemiddelde snelheid van de steen gedurende de eerste `5` seconden.
- Bereken de snelheid van de steen na precies `5` seconden.
(Gebruik een rij van differentiequotiënten en controleer je antwoord met de grafische rekenmachine.)
- Bereken de snelheid waarmee de steen op de grond terecht komt.
-
Bekijk de grafiek van de functie `f(x)=5x^2-x^3` op je grafische rekenmachine.
- Bereken het hellingsgetal voor `x=2` met behulp van een rij differentiequotiënten.
- Je kunt van tevoren aan de grafiek zien of het hellingsgetal positief of negatief is. Waaraan kun je dat zien?
- Stel een vergelijking op van de raaklijn voor `x=2` aan de grafiek van `f`.
-
Gegeven op het interval `[-5,5]` de functie met voorschrift `g(x)=4/x`.
- Bereken de veranderingssnelheid van `g(x)` voor `x=1`.
- Er is een punt van de grafiek van `g` waar de helling dezelfde waarde heeft als die in `(1,4)`.
Welk punt is dat? Licht je antwoord toe.
- Voor `x=0` heeft de functie `g` geen functiewaarde.
Wat betekent dit voor de helling? En wat is er met de grafiek aan de hand?
-
De concentratie `C` van een bepaalde stof die is opgelost in water, neemt met de tijd af volgens de formule `C(t)=10*0,9^t`. Hierin is `C` in g/L (gram per liter) en `t` in uren.
- Er verdwijnt niet elk uur een even grote hoeveelheid van deze stof uit het water. Hoe komt dat?
- Hoeveel gram van deze stof verdwijnt er gemiddeld in de eerste `5` uren?
(Geef je antwoord in twee decimalen nauwkeurig.)
- De vervalsnelheid van deze stof op `t=5` is niet gelijk aan de hoeveelheid die er tot dan toe gemiddeld per uur is verdwenen. Bereken deze vervalsnelheid in twee decimalen nauwkeurig.
-
Hier zie je een grafiek van de lengtegroei van een boom in de loop van de jaren.
- Hoeveel meter per jaar groeit deze boom gemiddeld, gerekend over de eerste `5` jaar?
- Hoeveel bedraagt de groeisnelheid na precies `5` jaar? Geef een zo nauwkeurig mogelijke schatting.
- Op welk tijdstip is de groeisnelheid het grootst? Licht je antwoord toe.
- Welke waarde krijgt de groeisnelheid uiteindelijk zolang de boom gezond blijft?
-
De baan van een vuurpijl is bij benadering parabolisch tot hij uit elkaar spat. Hier zie je een mogelijke baan. Bij deze baan past de formule `h(x)=-x^2+10x` waarin zowel `h` als `x` in meters worden uitgedrukt.
- Welke helling heeft de baan als de vuurpijl wordt afgeschoten?
- In welk punt van de baan is de helling `0`?
- Als de pijl horizontaal `8` meter heeft afgelegd, spat hij uiteen.
Hoe hoog zit hij dan en welke helling heeft zijn baan?
Testen
- Een hoeveelheid `H` (in kilogram) groeit exponentieel volgens de formule `H(t)=2500*1,2^t` met `t` in dagen.
- Bereken de gemiddelde toename van deze hoeveelheid op het interval `[0,4]`.
- Bereken de toenamesnelheid van deze hoeveelheid op `t=4` met behulp van een rij van differentiequotiënten. Controleer je antwoord met de grafische rekenmachine.
- Deze toenamesnelheid op `t=4` kun je in de grafiek aangeven. Leg uit hoe dat gaat.
- Eerst een raaklijn tekenen aan de grafiek in het punt met `t=4`. Vervolgens de richtingscoëfficiënt van die raaklijn aangeven in de figuur.
- Een rechte lijn tekenen tussen `(0,2500)` en `(4,5184)`. Vervolgens het hellingsgetal van die lijn berekenen.
- Een koorde tekenen tussen `(4,5184)` en `(5,6221)`. Vervolgens het hellingsgetal van die lijn berekenen.
- Bekijk de grafiek van de functie `f(x)=4-sqrt(x)` met `x>=0`.
- Het differentiaalquotiënt voor elke positieve waarde van `x` is
- ook positief;
- negatief;
- dalend.
- Bereken `f'(4)` met behulp van een rij differentiequotiënten. Controleer daarna je antwoord met van de grafische rekenmachine.
- Je kunt het differentiaalquotiënt `f'(4)` ook schatten met behulp van de grafiek van `f` . Dat doe je door (geef alle goede mogelijkheden):
- De richtingscoëfficiënt van de raaklijn aan de grafiek voor `x=4` te schatten door twee punten op die raaklijn af te lezen.
- Twee punten op de grafiek te bepalen die dicht bij elkaar te liggen en het bijbehorende differentiequotiënt te berekenen.
- De grafische rekenmachine het hellingsgetal `(text(d) y)/(text(d) x)` laten berekenen voor `x=4`.