Integralen
Inleiding
www.math4all.nl > MAThADORE-basic HAVO/VWO > 4/5/6 VWO wi-b > Differentiaal- en integraalrekening > Goniometrische functies > Integralen > Inleiding
Probeer de vragen bij Verkennen zo goed mogelijk te beantwoorden.
Uitleg
www.math4all.nl > MAThADORE-basic HAVO/VWO > 4/5/6 VWO wi-b > Differentiaal- en integraalrekening > Goniometrische functies > Integralen > Uitleg
Opgaven
-
Bekijk de Uitleg. Er worden primitieven bepaald van goniometrische functies.
- Hoe kun je elke primitieve controleren?
- Laat zien dat `F(x) = - 1/2 cos(2x) + c` de primitieven van `f(x) = sin(2x)` zijn.
- Welke van deze primitieven gaat door `(0,1)`?
- Welke primitieven heeft `g(x) = cos(3x)`?
-
Laat zien, dat `F(x) = - ln(cos(x)) + c` de primitieven zijn van `f(x) = tan(x)`.
-
Bepaal de volgende onbepaalde integralen.
- `int sin(4x) + 4cos(x) text(d)x`
- `int cos(x) * tan(x) text(d)x`
- `int 1 - 2 tan(t) text(d)t`
- `int 250 + 20 sin(2pi(t - 2)) text(d)t`
Theorie
www.math4all.nl > MAThADORE-basic HAVO/VWO > 4/5/6 VWO wi-b > Differentiaal- en integraalrekening > Goniometrische functies > Integralen > Theorie
Bestudeer eerst de Theorie. In de opgaven wordt je naar de Voorbeelden verwezen.
Opgaven
-
In Voorbeeld 1 zie je hoe je van goniometrische functies primitieven kunt bepalen. Je hebt daar af en toe de goniometrische formules bij nodig.
Primitieveer nu de volgende functies
- `f(x) = 0,5sin(x) + 3 cos(2x)`
- `f(x) = 2 + 4 cos(0,4pi x - 0,5pi)`
- `f(x) = 3tan(0,5x)`
- `f(x) = tan^2(x)`
- `f(x) = cos^2(x)`
- `f(x) = 5sin(2x)cos(2x)`
-
Bereken de volgende integralen met behulp van primitiveren.
- `int_(0)^(pi) sin(x) text(d)x`
- `int_(0)^(2pi) sin(x) text(d)x`
- `int_(0)^(10) 6 + 12sin(0,2pi(x - 2)) text(d)x`
- `int_(0)^(1) 2sin(pi x) - sin(0,5pi x) text(d)x`
- `int_(0)^(pi) sin(t) cos(2t) + cos(t) sin(2t) text(d)t`
- `int_(0)^(0,25pi) 3/(cos^(2x)) text(d)x`
-
In Voorbeeld 2 zie je de grafiek van `f(x) = cos(x)` op `[0,2pi]`.
- Ga na dat `int_0^(2pi) cos(x) text(d)x = 0`.
- Hoe groot is de oppervlakte van alle vlakdelen tussen de grafiek van `f` en de `x`-as samen?
- Verklaar het verschil tussen de voorgaande twee antwoorden.
- Bereken de oppervlakte van de vlakdelen tussen de grafiek en de `x`-as op `[0,pi]`.
-
Bekijk de grafiek van `f(x) = sin(x)` op `[0,pi]`.
- Bereken met behulp van integreren de oppervlakte van het vlakdeel dat wordt ingesloten door de grafiek en de `x`-as.
- Bereken de oppervlakte van het vlakdeel `V` dat wordt ingesloten door de grafiek van `f` en de lijn `y=x`.
- Het vlakdeel `V` wordt om de `x`-as gewenteld. Bereken met behulp van integreren de inhoud van het omwentelingslichaam dat daardoor ontstaat.
-
Bekijk de berekening van de inhoud van het omwentelingslichaam in Voorbeeld 3.
- Waarom kun je de oppervlakte van dit vlakdeel niet met behulp van primitiveren berekenen en de inhoud wel?
- Bereken de oppervlakte van dit vlakdeel.
- Voer zelf de berekening van de inhoud van het omwentelingslichaam uit.
-
Bekijk de grafiek van `f(x) = 1/(sin(x))` op `(:0,pi:)`.
Bereken de inhoud van het omwentelingslichaam dat ontstaat door het vlakdeel ingesloten door de grafiek van `f` en de lijn `y=2/3 sqrt3` te wentelen om de `x`-as.
Verwerken
-
Bereken de volgende integralen met behulp van primitiveren.
- `int_(0)^(pi) cos(0,5x) text(d)x`
- `int_(0)^(2pi) cos(x) text(d)x`
- `int_(0)^(5) 50 + 12cos(0,2pi x) text(d)x`
- `int_(0)^(pi) |sin(2x)| text(d)x`
- `int_(0)^(pi) sin^2(2t) text(d)t`
- `int_(0)^(0,125pi) 0,5tan^(2x) text(d)x`
-
Gegeven zijn de functies `f(x) = sin(2x)` en `g(x) = cos(2x)` op `[0,pi]`.
Beide grafieken sluiten twee gelijke vlakdelen in. Eén van die twee vlakdelen is vlakdeel `V`.
- Bereken met behulp van integreren de oppervlakte van `V`.
- Het vlakdeel `V` wordt om de `x`-as gewenteld. Bereken met behulp van integreren de inhoud van het omwentelingslichaam dat daardoor ontstaat.
-
Gegeven zijn de functies `f_(p)(x) = sin(2x) + sqrt3 cos(2x) + p` op het interval `[0,2pi]`.
- Breng de grafiek van `f_0` duidelij in beeld op je grafische rekenmachine.
- Bereken met behulp van integreren de oppervlakte van het gebied ingesloten door de grafiek van `f_0` en de `x`-as.
- Voor welke waarde van `p` is de integraal van `f_p` op het gegeven interval gelijk aan `6`?
-
Met domein `[0, pi]` is gegeven de functie `f(x) = sin(x)`.
De grafiek van `f` snijdt de `x`-as in `O` en `A` en heeft als top `T`.
Gegeven is verder de tweedegraadsfunctie `g(x) = ax(x - pi)`, eveneens met domein `[0, pi]`.
Neem `a = - 4/(pi^2)` . De grafieken van `f` en `g` lijken dan op elkaar.
- Toon aan dat ook de grafiek van `g` door `O`, `A` en `T` gaat.
- In `O` is de helling van de grafiek van `g` groter dan de helling van de grafiek van `f`. Toon dit aan met behulp van differentiëren.
- Een andere benadering voor de grafiek van `f` krijg je als je `a` zodanig kiest dat geldt: `int_(0)^(pi) f(x) - g(x) text(d)x = 0`. Bereken in dit geval de exacte waarde van `a`.
(Bron: vwo examen wiskunde B in 2005, tweede tijdvak, opgave 3)
-
De grafiek van de functie `g(x) = 1 - cos(0,2pi x)` ziet er op het interval `[0,5]` uit als één golf.
- Bereken de exacte oppervlakte tussen deze golf en de `x`-as.
- Bereken in twee decimalen nauwkeurig de lengte van deze golf.
Testen
-
Bereken de volgende integralen met behulp van primitiveren.
- `int_(0)^(4) 10 - 20cos(pi x) text(d)x`
- `int_(0)^(pi) x - cos(2x) text(d)x`
- `int_(0)^(pi) x - cos^2(x) text(d)x`
- `int_(0)^(pi) tan^2(x) - 1 text(d)x`
-
Voor `0 < a < 1/2 pi` is de functie `f_a` gegeven door `f_(a)(x) = sin(x) + a sin(2x)` op het domein `[0, pi]`. Toon aan dat de oppervlakte van
het vlakdeel dat wordt begrensd door de grafiek van `f_a` en de `x`-as, onafhankelijk is van `a`.
(Bron: vwo examen wiskunde B in 2005, tweede tijdvak, opgave 3)