Goniometrische formules
Inleiding
www.math4all.nl > MAThADORE-basic HAVO/VWO > 4/5/6 VWO wi-b > Differentiaal- en integraalrekening > Goniometrische functies > Goniometrische formules > Inleiding
Probeer de vragen bij Verkennen zo goed mogelijk te beantwoorden.
Uitleg
www.math4all.nl > MAThADORE-basic HAVO/VWO > 4/5/6 VWO wi-b > Differentiaal- en integraalrekening > Goniometrische functies > Goniometrische formules > Uitleg
Opgaven
-
Bekijk de symmetrieformules die in de Uitleg worden afgeleid.
- Laat nu zelf zien, dat: `sin(–alpha) = –sin(alpha)` en `cos(–alpha) = cos(alpha)` en `tan(-alpha) = - tan(alpha)`.
- Laat zien, dat: `sin(1/2 pi – alpha) = cos(alpha)` en `cos(1/2 pi – alpha) = sin(alpha)`.
- Laat ook zien dat: `cos(alpha) = sin(alpha + 1/2 pi)` en `sin(alpha) = cos(alpha – 1/2 pi)`.
-
Breng de grafiek van `y = sin^2(x) + cos^2(x)` op je grafische rekenmachine in beeld.
- Welke formule heb je nu zichtbaar gemaakt? En hoe wordt die formule in de Uitleg afgeleid?
- Maakt het daarbij verschil of je in graden of radialen werkt?
-
In de Uitleg wordt de formule `sin(alpha + beta) = sin(alpha)cos(beta) + cos(alpha)sin(beta)` afgeleid. Hieruit kun je formules afleiden voor `sin(alpha - beta)`, `cos(alpha + beta)` en `cos(alpha - beta)`.
Je ziet al die formules in de Theorie.
- Leid eerst de formule voor `sin(alpha - beta)` af. Gebruik de symmetrieformules.
- Leid nu de formule voor `cos(alpha + beta)` af. Gebruik daarbij formules die `sin` omzetten in `cos` en omgekeerd.
- Uit de formule bij b kun je een formule voor `cos(alpha - beta)` afleiden. Laat zien hoe.
- Leid een formule af voor `tan(alpha + beta)`. Zorg er voor dat er alleen de `tan` in voorkomt.
-
In de Uitleg worden ook de formules van Simpson genoemd. Eén van die formules is `sin(p) + sin(q) = 2 sin(1/2(p+q)) cos(1/2(p-q))`.
Deze formule kun je afleiden uit de formules voor `sin(alpha + beta)` en `sin(alpha - beta)`. Probeer dat zelf te doen, neem `alpha + beta = p` en `alpha - beta = q`.
Theorie
www.math4all.nl > MAThADORE-basic HAVO/VWO > 4/5/6 VWO wi-b > Differentiaal- en integraalrekening > Goniometrische functies > Goniometrische formules > Theorie
Bestudeer eerst de Theorie. In de opgaven wordt je naar de Voorbeelden verwezen.
Opgaven
-
Bekijk Voorbeeld 1. Er wordt aangetoond dat `f(x) = sin(x) + cos(x) = sqrt(2) cos(x - 1/4 pi)`. En dus is `f` een zuivere sinusoïde.
Los nu algebraïsch vergelijking `f(x) = 1` op.
-
Als je de sinusoïden `y_1 = sin(x)` en `y_2 = sin(x - 1/6 pi)` optelt, krijg je de functie `f(x) = sin(x) + sin(x - 1/6 pi)`.
Laat zien dat je het functievoorschrift van `f` zo kunt herleiden dat je er een zuivere sinusoïde in herkent.
-
In Voorbeeld 2 worden de verdubbelingsformules afgeleid.
- Leid alle drie de formules voor `cos(2x)` af die in de Theorie worden genoemd.
- Leid zelf de formule voor `tan(2x)` af.
-
In Voorbeeld 3 wordt de vergelijking `sin(2x) - sin(x) = 0` op twee manieren opgelost.
- Bij welke van beide manieren wordt gebruik gemaakt van symmetrie? Bij welke stap in de oplossing?
- Bij de andere methode wordt een verdubbelingsformule gebruikt. Bij welke stap in de oplossing?
-
Los algebraïsch op in `[0,2pi]`: `sin(2x) - cos(x) > 0`. Geef benaderingen in twee decimalen nauwkeurig.
-
In Voorbeeld 4 wordt de functie `f(x) = cos(2x) - 2 cos(x)` bekeken.
- Voer de berekening van de nulpunten van de grafiek van `f` zelf uit.
- Maak de oplossing van `f(x) = -1` verder af.
- Los in `[0,2pi]` op: `f(x) < -1`.
Verwerken
-
Als je de sinusoïden `y_1 = cos(x)` en `y_2 = cos(x + 1/4 pi)` van elkaar aftrekt, krijg je de grafiek van de functie `f(x) = cos(x) - cos(x + 1/4 pi)`.
- Toon aan dat `f` een sinusoïde is.
- Bereken met behulp van je formule bij a de toppen en de nulpunten van de grafiek van `f`.
- Los algebraïsch op `[0,2pi]` op: `f(x) > 1/2`. (Benaderingen in twee decimalen nauwkeurig.)
-
Met domein `[0,2pi]` is gegeven de functie `f(x) = sin^2(x) - 1/2 cos(x) - 1`.
- Bepaal de nulpunten van deze functie met de grafische rekenmachine.
- Laat zien dat je deze functie kunt herschrijven tot `f(x) = -cos^2(x) - 1/2 cos(x)`.
- Bereken nu de nulpunten exact.
- Los algebraïsch op: `f(x) > -1/2`.
-
Met domein `[0,2pi]` is gegeven de functie `f(x) = 1/8 tan(x) - sin(x)`.
- Bereken algebraïsch de nulpunten van deze functie.
- Breng de grafiek in beeld en bepaal de toppen.
- Welke asymptoten heeft de grafiek?
- Los algebraïsch op: `f(x) >= 1/2 sin(x)`.
-
Los de volgende vergelijkingen algebraïsch op.
- `sin(x + 2/3 pi) + sin(x) = 1/2`
- `cos(x + 1/3 pi) = cos(x)`
- `cos^2(x) + sin(x) = 1`
- `2 sin^2(x) - cos(2x) = 0`
- `2 cos^2(x) - 2 sin(x) = 0`
- `tan(x) = sin(x)`
-
Gegeven zijn de functies `f(x) = sin(x - 1/4 pi)`, `g(x) = sin(x + 1/4 pi)` en `S(x) = f(x) + g(x)`.
- Onderzoek met je grafische rekenmachine of de functie `S` een sinusoïde zou kunnen zijn.
- Toon algebraïsch aan dat `S` een sinusoïde is.
- Los algebraïsch op: `S(x) >= 1`.
Testen
-
Gegeven zijn de functies `y_1 = sin(2x) + 1/2`, `y_2 = sin(2x + 1/4 pi)` en `y_3 = y_2 - y_1`.
Neem voor al deze functies als domein `[-pi, pi]`.
- Toon aan dat de grafiek van `y_3` een zuivere sinusoïde is.
- Bepaal algebraïsch alle toppen en nulpunten van `y_3`.
- Los algebraïsch op: `y_3 >= 0`.
-
Los de volgende vergelijkingen algebraïsch op.
(Eventuele benaderingen in drie decimalen nauwkeurig.)
- `sin(x) = cos(x)`
- `sin(2x) = cos(x)`
- `cos^2(x) = sin^2(x)`
- `cos(x + 1/6 pi) + sin(x - 1/6 pi) = 1/2`