Toepassingen
Antwoorden bij de opgaven
-
-
Het blik is zuiver cilindervormig en het materiaal is overal even dik zodat de hoeveelheid materiaal alleen wordt bepaald door de oppervlakte ervan.
-
Oppervlakte van twee cirkels (bovenkant en onderkant) met straal `r` en één rechthoek (de cilindermantel) met hoogte `h` en breedte `2pi r`.
-
-
-
`A'(r) = (-2000)/(r^2) + 4pi r = 0` geeft `r^3 = (2000)/(4pi)` en dus `r ~~ 5,42`.
-
-
-
-
Het blauwe streepjeslijntje is `A(x)`. Ga na dat de rechthoekige driehoek met rechthoekszijden `x - 1` en `A(x)` gelijkvormig is met de grotere rechthoekige driehoek met zijden `x` en `sqrt(2,5^2 - x^2)`.
Daaruit volgt: `(x - 1)/x = (A(x))/(sqrt(2,5^2 - x^2))`.
-
`A(x) = (1 - 1/x)sqrt(2,5^2 - x^2)` geeft `A'(x) = 1/(x^2) * sqrt(2,5^2 - x^2) + (1 - 1/x) * (-x)/(sqrt(2,5^2 - x^2))`.
`A'(x) = 0` levert op `(sqrt(2,5^2 - x^2))/(x^2) = (x - 1)/(sqrt(2,5^2 - x^2))` en dus `x^3 - x^2 = 2,5^2 - x^2` en `x^3 = 6,25` zodat `x = root[3](6,25) ~~ 1,84`.
Ga na dat er inderdaad van een maximum sprake is.
-
-
-
-
Zie Voorbeeld 2.
-
Omdat `T(x) = t(30 - x + 1,5sqrt(x^2 + 100)) = t * A(x)` (en `t > 0`) is `T` minimaal als `A` dat is.
`A'(x) = -1 + (1,5x)/(sqrt(x^2 + 100)) = 0` geeft `sqrt(x^2 + 100) = 1,5x` en na kwadrateren `1,25x^2 = 100`.
Dit betekent dat `A` (en dus `T`) minimaal is als `x = sqrt(80) ~~ 8,94` m.
Het antwoord op de in het voorbeeld gestelde vraag is dat er `21,06` m langs de wegkant moet worden gegraven en vandaar rechtsreeks door de tuin naar het woonhuis.
-
-
-
-
-
-
-
-
`f'(x) = 1 - 1/(x^2)` en dan `x = a` invullen.
-
`y = (1 - 1/(a^2))x + b` door `A(a,a + 1/a)` geeft `y = (1 - 1/(a^2))x + 2/a`.
-
`(2,1)` invullen: `1 = 2 - 2/(a^2) + 2/a`. Deze vergelijking moet je dan verder oplossen. Ga na dat je dezelfde waarden van `a` vindt.
-
De lengte van `AB` is `L(p) = sqrt(p) - p^2`.
`L'(p) = 1/(2sqrt(p)) - 2p = 0` geeft `4p sqrt(p) = 1` en dus `p^3 = 1/(16)`.
De lengte van `AB` is maximaal als `p = root[3](1/16) ~~ 0,40`.
-
-
-
-
-
-
`A(x) = (x - 2)(100/x - 3)`
-
`A'(x) = -3 + (200)/(x^2) = 0` geeft `x^2 = 200/3` en dus `x ~~ 8,2` dm.
-
De poster moet ongeveer 8,2 bij 12,2 dm worden.
`Delta ABC` is gelijkvormig met `Delta ADE`, dus `x/(x+1) = 3/(DE)` zodat `DE = (3x + 3)/x = 3 + 3/x`.
De lengte van de ladder is `L(x) = sqrt((x + 1)^2 + (3 + 3/x)^2)`.
Met behulp van differentiëren bepaal je nu het minimum van `l(x) = (x + 1)^2 + (3 + 3/x)^2`.
Je vindt een minimale lengte van 7,56 m.
-
Noem de basis van de gelijkbenige driehoek `x`, dan zijn de benen elk `10 - 1/2 x`.
De oppervlakte is dan `A(x) = 1/2 x sqrt((10 - 1/2 x)^2 - (1/2 x)^2) = 1/2 x sqrt(100 - 10x)`.
`A'(x) = 1/2 sqrt(100 - 10x) - (2,5x)/(sqrt(100 - 10x)) = 0` geeft `100 - 10x = 5x` en dus `x = 6 2/3`.
De zijden zijn dus alle drie `6 2/3` cm.
-
-
`f'(x) = (-200x^5 + 1600x^3 + 20000x)/((x^4 + 100)^2) = 0` geeft `x(x^4 - 8x^2 - 100) = 0` en dus `x = 0 vv x^2 = (8 + sqrt(464))/2`.
Dit levert drie uitkomsten op: `x = 0 vv x ~~ +-3,84`
Met behulp van de grafiek van `f` vind je: min.`f(0) = -4` en `max.`f(-3,8) = f(3,8) ~~ 3,4`.
-
`f(x) = (1)/(f(x))` levert op `(f(x))^2 = 1` en dus `f(x) = +-1`.
`f(x) = 1` geeft `x^4 - 100x^2 + 500 = 0` en dus `x^2 = (100 +- sqrt(8000))/2` zodat `x ~~ +-9,73 vv x ~~ +-2,30`.
`f(x) = -1` geeft `x^4 + 100x^2 - 300 = 0` en dus `x^2 = (-100 +- sqrt(11200))/2` zodat `x ~~ +-1,71`.
Oplossing ongelijkheid: `x < -9,73 vv -2,30 < x < -2 vv -1,71 < x < 1,71 vv 2 < x < 2,30 vv x > 9,73`.
-
Dit betekent dat in het raakpunt `(a,f(a))` moet gelden: `(f(a))/a = f'(a)`.
Dus `(100a^2 - 400)/(a(a^4 + 100)) = (-200a^5 + 1600a^3 + 20000a)/((a^4 + 100)^2)` zodat `(100a^2 - 400)(a^4 + 100)) = a(-200a^5 + 1600a^3 + 20000a)`.
Dit geeft: `300a^6 - 2000a^4 - 10000a^2 - 40000 = 0`.
Zo'n vergelijking kun je alleen met de grafische rekenmachine oplossen. Je vindt dan `a ~~ +-3,30`.
-
-
`f_4(x) = (x^2 + 4x + 4)/(x + 3) = 0` geeft `x^2 + 4x + 4 = 0` en dus `x = -2`. Nulpunt `(-2,0)`.
`f_(4)'(x) = (x^2 + 6x + 8)/((x + 3)^2) = 0` geeft `x^2 + 6x + 8 = 0` en dus `x = -2 vv x = -4`. Extremen max.`f(-4) = -4` en min.`f(-2) = 0`.
-
Als ook de teller `x^2 + px + 4` een factor `x + 3` heeft kun je die wegdelen (als `x != -3`).
Omdat `x^2 + 4 1/3 x + 4 = x^2 + 3x + 4/3 x + 3 * 4/3 = (x + 4/3)(x + 3)` is dit het geval als `p = 3 + 4/3 = 4 1/3`.
-
Als `x^2 + px + 4 = 0` geen oplossingen heeft of alleen `x = -3` als oplossing heeft.
Dit is het geval als `D = p^2 - 4 * 1 * 4 = p^2 - 16 < 0`. Dit betekent `-4 < p < 4`.
Er is maar één oplossing als `p = +-4` en dan is dat niet `x = -3`, dus deze mogelijkheid vervalt.
-
`f_(p)'(x) = (x^2 + 6x + 3p - 4)/((x + 3)^2) = 0` heeft geen oplossingen als `x^2 + 6x + 3p - 4 = 0` geen oplossingen heeft of alleen `x = -3` als oplossing heeft.
Dit is het geval als `D = 36 - 4(3p - 4) < 0` en dus als `p > 5/3`.
Er is maar één oplossing als `p = 5/3` en dan is dat niet `x = -3`, dus deze mogelijkheid vervalt.
-
`f_(p)'(0) = (3p - 4)/9` en `f_(p)(0) = 4/3`, dus de raaklijn is `y = (1/3 p - 4/9)x + 4/3`.
Deze raaklijn gaat door `(9,1/3)` als `1/3 = 3p - 4 + 4/3`, dus als `p = 1`.
-
-
De lengte van `OP` is `L(p) = sqrt(p^2 + (4 - p^2)^2) = sqrt(p^4 - 7p^2 + 16)`.
`L(p)` is minimaal als `l(p) = p^4 - 7p^2 + 16` dat is.
`l'(p) = 4p^3 - 14p = 0` als `p = 0 vv p = +-sqrt(3,5)`.
De minimale lengte van lijnstuk `OP` is `L(+-sqrt(3,5)) = sqrt(3,75)`.
-
De oppervlakte van rechthoek `APQB` is `A(p) = 2p(4 - p^2) = 8p - 2p^3`.
`A'(p) = 8 - 6p^2 = 0` als `p = +-sqrt(4/3)`.
De maximale oppervlakte is `5 1/3 sqrt(4/3)`.
-
De cirkel raakt de grafiek van `f` (een bergparabool) als de staal naar het raakpunt loodrecht staat op de raaklijn aan de parabool in dat punt. Raaklijn in `P` heeft richtingscoëfficiënt `f'(p) = -2p` en een lijn daar loodrecht op heeft richtingscoëfficiënt `1/(2p)`. Straal naar `P` heeft richtingscoëfficiënt `(4 - p^2)/p`. De straal staat loodrecht op de raaklijn als `(4 - p^2)/p = 1/(2p)`. Dit geeft `p = +-sqrt(3,5)`. De raakpunten zijn dus `(+-sqrt(3,5);0,5)`.
De gevraagde straal is `sqrt((^sqrt(3,5))^2 + 0,5) = sqrt(3,75)`.
Zie figuur: van `a(x)` is het maximum te berekenen.
Doe de stelling van Pythagoras in `Delta ARB`: `(a + x)^2 + (2,5 - x)^2 = 2,5^2`.
Dit levert op `a(x) = -x + sqrt(5x - x^2)`.
`a'(x) = -1 + (5 - 2x)/(2 sqrt(5x - x^2)) = 0` geeft `x = (5 +- sqrt(5))/2`.
`a` is maximaal als `x = (5 - sqrt(5))/2 ~~ 1,38` en `a(1,38) ~~ 0,85` m.
-
-
`f'(x) = 4(x^2 - x)^3(2x - 1) = 0` geeft `x = 0 vv x = 1 vv x = 1/2`.
Je vindt min.`f(0) = f(1) = 0` en max.`f(1/2) = 1/256`.
-
De oppervlakte van de beschreven driehoek is `A(k) = 1/2 k(k^2 - k)^4`.
`A'(k) = 1/2(k^2 - k)^4 + 2k(k^2 - k)^3(2k - 1) = 1/2(k^2 - k)^3(9k^2 - 5k) = 0` geeft `k = 0 vv k = 1 vv k = 5/9`.
De bedoelde oppervlakte is maximaal als `k = 5/9`.