Verschilrijen en somrijen
Antwoorden bij de opgaven
-
-
Voer in: Y1=2880+60X en Y2=Y1(X)-Y1(X-1) en bekijk de tabel van Y1.
`V_1(n) = 60` er komt altijd 60 uit het verschil.
-
Voer in: Y1=2880*1.02^X en Y2=Y1(X)-Y1(X-1) en bekijk de tabel van Y1.
-
`~~ 62,35`
-
Voor beide rijen met huurprijzen is `V(0) = h(0) - h(-1)` en bestaat `h(-1)` niet.
-
-
`S_1(5) = sum_(n=0)^(5) h_1(n)`.
-
`S_1(5) = 18180`. Dit is de totale huurprijs over de eerste 6 jaar.
-
`S_2(5) = sum_(n=0)^(5) h_2(n) ~~ 181167,39`.
-
Ja, de procentuele huurverhoging is nog steeds gunstiger, maar het scheelt niet veel meer.
-
-
Bij de verschilrij heeft `V(0)` geen betekenis, bij de somrij is `S(0) = h(0)`.
-
Voer in: Y1=2880*1.02^X en Y2=Y1(X)-Y1(X-1) en bekijk de tabel van Y1.
-
Zie voorbeeld 1.
-
Omdat `h(9)` het huurbedrag van het tiende jaar is.
-
`S(5) = sum_(n=0)^(5) h(n) ~~ 28093,33`. Dit is de totale huurprijs over de eerste 9 jaar.
-
-
`n^2 - (n - 1)^2 = n^2 - (n^2 - 2n + 1) = n^2 - n^2 + 2n - 1 = 2n - 1`.
-
`V_100 = 100^2 - 99^2 = 2 * 100 - 1 = 199`.
-
`n^3 - (n - 1)^3 = n^3 - (n^3 - 3n^2 + 3n - 1) = n^3 - n^3 + 3n^2 - 3n + 1 = 3n^2 - 3n + 1`.
-
`d_n = d_(n-1) + 3n^2 - 3n + 1`.
-
- Zie voorbeeld 3.
- Nu moet je rekenmachine in de rij-mode en vul je de recursieformule in. Kijk goed naar de plaatjes in voorbeeld 3 hoe dit moet. Je vindt 17710.
-
-
`V(i) = t(i) - t(i - 1) = 5i + 2 - (5(i - 1) + 2) = 5` met `i >= 1`.
-
`sum_(i=0)^(5) t(i) = 87`. Dit is de zesde term van de somrij en dus `S(5)`.
-
`t(2) + t(3) + t(4) + t(5) = S(5) - (t(0) + t(1)) = S(5) - S(1)`.
-
- Verschilrij: 2, 2, 2, 2, 2, 2, ...
- Somrij: 1, 4, 9, 16, 25, 36, ...
- `S(19) = 400`.
- `S(19) - S(9) = 300`.
-
- `V(n) = 3, 5, 7, 9, 11, 13, 15, ...`
- `V(n) = 1 + 2n` voor `n >= 1`.
- `u(n) = u(n - 1) + 1 + 2n` voor `n >= 1` en `u(0) = 2`.
- `S(20) = 2912`.
- `S(20) - S(14) = 1867`.
-
- Ongeveer 210, 210, 175, 155, 145, 75 (× 1000).
- Eind 1997: 3.210.000 | Eind 1998: 3.420.000 | Eind 1999: 3.595.000
- Een toenamendiagram met stapgrootte 1 is een grafische weergave van een verschilrij.
- Uitspraken 1 en 3 zijn juist.
-
- 1, 3, 6, 10, 15, 21, 28, 36, 45, 55.
- 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10.
- 1, 1, 1, 1, 1, 1, 1, 1.
- Rij: 0, 6, 14, 24, 36, 50.
Verschilrij: 6, 8, 10, 12, 14.
Verschilrij van verschilrij: 2, 2, 2, 2, 2.
De verschilrij van de verschilrij bij beide rijen levert constante rij op.
Biede rijen hebben een kwadratische directe formule.
-
- Rij 0, 0, 2, 6, 12, 20, 30. | Verschilrij: 0, 2, 4, 6, 8, 10.
- Somrij: 0, 0, 2, 8, 20, 40, 70.
- 112
- 128