Alle kwadratische functies hebben dezelfde vorm grafiek als de functie `f(x) = x^2`.
Je kunt je ook wel functies voorstellen die bestaan uit een optelling van machtsfuncties met hogere machten, zoals bijvoorbeeld `g(x) = x^3 - 4x` of `h(x) = 0,5x^4 + 8x^2 + 5`.
Dergelijke functies heten veeltermfuncties, want het functievoorschrift is een veelterm (of polynoom).
En je kunt je afvragen hoe het zit met hun grafieken...
Bekijk de grafiek van de veelfunctie `g` met functievoorschrift `g(x) = x^3 - 4x`.
> Welke karakteristieken heeft de grafiek van `g`?
> Schrijf domein en bereik van `g` op.
> Waarom is het geen machtsfunctie?
De functie `f(x) = -x^3 - 4x^2 + 12x` is een voorbeeld van een veeltermfunctie. Elke uitdrukking die bestaat uit een optelling of aftrekking van machtsfuncties met een gehele positieve exponent en eventueel een constant getal, heet namelijk een veelterm (of polynoom).
Om de grafiek goed in beeld te krijgen, wil je vooraf weten hoeveel nulpunten en toppen er zijn. Daarover hebben wiskundigen zich uiteraard gebogen en het is bewezen dat het maximaal aantal nulpunten gelijk is aan de grootste exponent. In dit geval zijn er maximaal drie nulpunten. Die drie nulpunten kun je in dit geval algebraïsch berekenen:
`-x^3 - 4x^2 + 12x = 0`
`-x(x^2 + 4x - 12) = 0`
`-x(x + 6)(x - 2) = 0`
`x = 0 vv x = -6 vv x = 2`
De enige nulpunten zijn `(-6,0), (0,0)` en `(2,0)`.
Het aantal toppen is nu ook wel te beredeneren: voor hele grote (negatieve) waarden van `x` lijkt de grafiek op de machtsfunctie `y = -x^3`. Omdat die machtsfunctie geen toppen heeft zijn de twee toppen tussen de drie nulpunten ook de enige twee.
De grafiek wordt zoals hiernaast met een venster van `[-10,10]` bij `[-50,10]`.
‡
Een veeltermfunctie is een functie die bestaat uit een optelling (of aftrekking) van machtsfuncties met gehele exponenten groter of gelijk 0.
Een voorbeeld uis:
f(x) = ax4 + bx3 + cx2 + dx + e,
waarin a, b, c, d en e constanten zijn.
Zolang a ≠ 0 krijg je een vierdegraads functie.
Als a = 0 en b ≠ 0 krijg je een derdegraads functie.
Enzovoort...
Als je wat experimenteert met je grafische rekenmachine zul je ontdekken dat een vierdegraads functie maximaal vier nulpunten en maximaal drie toppen heeft.
En zo heeft een derdegraads functie maximaal drie nulpunten en twee toppen.
Een vergelijkbare regelmaat geldt voor elke veelterm...
‡
Gegeven is de functie f met f(x) = –0,5x4 + 800x2.
Hoeveel toppen heeft deze functie?
Om te kunnen vaststellen hoeveel toppen er zijn breng je de grafiek van f met alle karakteristieken in beeld.
Het is handig om eerst de nulpunten te berekenen:
–0,5x4 + 800x2 = 0
–0,5x2(x2 – 1600) = 0
x2 = 0 V x2 = 1600
x = 0 V x = –40 V x = 40.
Er zijn drie nulpunten (eigenlijk vier, er vallen twee samen met x = 0 en x = –0), te weten: (0, 0), (–40, 0) en (40, 0).
De grafiek komt met alle karakteristieken in beeld met een venster van [–60,60] bij [–1000000,1000000].
Er zijn drie toppen die je door de rekenmachine kunt laten bepalen.
‡
Los op: –0,5x4 + 800x > 50000.
(Benaderingen in twee decimalen nauwkeurig.)
Eerst breng je y1 = –0,5x4 + 800x en y2 = 50000 goed in beeld. Zorg er voor dat alle snijpunten zichtbaar zijn.
De grafiek van y1 is die van functie f uit Voorbeeld 1. Ga nog even na hoe je die grafiek goed in beeld krijgt.
Nu laat je de GR alle nulwaarden bepalen.
Je vindt: `x ~~ -27,05 vv x ~~ -8,27 vv x ~~ 8,27 vv x ~~ 27,05`.
De oplossing van de ongelijkheid wordt: `-27,04 <= x <= -8,27 vv 8,27 <= x <= 27,04`.
‡
Een landbouwer verbouwt bieten. Bieten moet je vrij houden van onkruid, dat heet "wieden". Hoe meer mensen gaan wieden, hoe beter de bieten groeien. Maar als er weer te veel mensen gaan wieden lopen ze elkaar in de weg en vertrappen ze de bietenplantjes zelf. De oogst Q (in honderden kg bieten) hangt af van het aantal werkers w volgens de formule Q = –0,5w3 + 9w2.
Hoeveel bietenwieders kan deze landbouwer het beste inzetten?
Bekijk eerst de grafiek van deze functie.
Omdat Q niet negatief kan zijn en de nulwaarden w = 0 en w = 18 zijn, heeft de functie Q(w) als domein [0, 18]. De grafiek ziet er zo uit met een venster van [0,18] bij [0,500].
Op de vraag zijn twee antwoorden mogelijk:
‡
`q` (in duizenden kg per maand) | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 |
`TK` (in euro per maand) | 775 | 1000 | 1220 | 2000 | 4000 | 8000 |