Meer exponentiële functies
Inleiding
www.math4all.nl > MAThADORE-basic HAVO/VWO > 4/5/6 VWO wi-a > Exponentiële functies > Meer exponentiële functies > Inleiding
Probeer de vragen bij Verkennen zo goed mogelijk te beantwoorden.
Uitleg
www.math4all.nl > MAThADORE-basic HAVO/VWO > 4/5/6 VWO wi-a > Exponentiële functies > Meer exponentiële functies > Uitleg
Opgaven
-
Bekijk de Uitleg. Het gaat daar over exponentiële functies van de vorm `y = b * g^x + d`.
Kies je `b=3`, `g=2` en `d=0` dan krijg je `y = 3 * 2^x`.
-
Maak met je GR de grafieken van `y_1=2^x` en `y_2=3*2^x`.
-
Leg uit, dat voor elke waarde van `x` geldt: `y_2=3*y_1`.
De grafiek van `y_2` onstaat uit die van de bijbehorende basisfunctie `y_1=2^x` door vermenigvuldigen in de `y`-richting. Dit is een voorbeeld van een transformatie van `y_1`. Een ander voorbeeld is een verschuiving in de `y`-richting.
-
Neem `b=3`, `g=2` en `d=1`. Welk functievoorschrift `y_3` krijg je?
Welke twee transformaties moet je toepassen om de grafiek van `y_3` uit die van `y_1=2^x` te laten ontstaan?
-
Bekijk de functie met voorschrift `f(x) = 6 * 2^(-2x - 1) - 12`.
-
Herschrijf het functievoorschrift tot het de vorm `y = b * g^x + d` heeft.
-
Uit welke basisfunctie kan de grafiek van `f` door transformaties ontstaan?
Welke transformaties moet je dan toepassen?
-
Bereken met behulp van de grafische rekenmachine het nulpunt van de grafiek van `f`.
-
Dit nulpunt had je ook wel algebraïsch kunnen vinden. Laat zien hoe.
Theorie
www.math4all.nl > MAThADORE-basic HAVO/VWO > 4/5/6 VWO wi-a > Exponentiële functies > Meer exponentiële functies > Theorie
Bestudeer eerst de Theorie. In de opgaven wordt je naar de Voorbeelden verwezen.
Opgaven
-
Bestudeer eerst Voorbeeld 1.
Bekijk de grafieken van:
`f(x) = (1/3)^x`, `g(x) = 1/2 * (1/3)^x` en `h(x) = 1/2 * (1/3)^x - 5`
-
Hoe kun je de grafiek van `g` door transformatie laten ontstaan uit die van `f`?
-
Hoe kun je de grafiek van `h` krijgen door transformatie van de grafiek van `f`?
-
Welke lijn is asymptoot van de grafiek van `h`?
-
Geef het domein en het bereik van de functie `h`.
-
Vereenvoudig de vergelijking `1/2 * (1/3)^x - 5 = 1000` en los hem op.
-
Los op: `1/2 * (1/3)^x - 5 > 1000`.
-
De grafiek van de functie `f(x) = 2 * 2^(x+1) - 1` kun je door transformatie uit de grafiek van de functie `g(x) = 2^x` laten ontstaan. Je herschrijft eerst het functievoorschrift van `f` tot `f(x) = 4 * 2^x - 1`. Zie Voorbeeld 2.
-
Leg uit hoe dat in zijn werk gaat.
-
Beschrijf nu hoe je door transformatie de grafiek van `f` kunt laten ontstaan uit die van `g`.
-
Het punt `(0,1)` op de grafiek van `g` wordt na de transformaties een punt op de grafiek van `f`.
Bereken de coördinaten van dit punt.
-
Schrijf nu de horizontale asymptoot en het domein en het bereik van `f` op.
-
Je hebt allerlei technieken geleerd om vergelijkingen algebraïsch op te lossen.
In dit hoofdstuk moet je vaak ook werken met de rekenregels voor machten. Hier zie je daarvan
een voorbeeld:
`4 * (1/2)^(1 - x) - 2 sqrt(2) = 7 sqrt(2)`
`4 * (1/2)^(1 - x) = 8 sqrt(2)`
`(1/2)^(1 - x) = 2 sqrt(2)`
`(2^(-1))^(1 - x) = 2^(1 1/2)`
`(2)^(x - 1) = 2^(1 1/2)`
`x - 1 = 1 1/2`
`x = 2 1/2`
-
Leg stap voor stap uit wat er gebeurt.
-
Los zelf deze vergelijking algebraïsch op: `4 * 3^x + 6 = 330`
-
Los algebraïsch op: `sqrt(2) * (1/3)^(x+1) = 27 sqrt(6)`
-
Los de ongelijkheid `40 * (1/3)^x + 100 = 110` op.
Vereenvoudig de vergelijking eerst zover mogelijk en gebruik pas daarna als dat
nodig is de grafische rekenmachine.
-
Bekijk eerst Voorbeeld 3.
Een thermoskan wordt 's morgens om 8:00 uur gevuld met koffie van 80°C. De
koffie in de thermoskan koelt af volgens de formule:
`T(t) = 20 + 60 * 0,83^t`
Hierin is `T` de temperatuur in graden Celsius en `t` het aantal uren na 8:00 uur.
-
Ga ervan uit dat de koffie niet meer lekker is als de temperatuur beneden de 50°C komt.
Tot hoe laat is de koffie te drinken? Bereken dit tot op een kwartier nauwkeurig.
-
Hoe kun je aan het functievoorschrift zien dat de koffie bij het vullen van de thermoskan een temperatuur had van 80°C?
-
Hoe kun je aan het functievoorschrift zien dat de temperatuur van de koffie daalt?
-
Bekijk de grafiek van `T(t)`. Hoe kun je de grafiek van `T` uit die van `T = 0,83^t` laten ontstaan door transformatie?
-
Hoe lang duurt het voor de koffie een temperatuur bereikt van 21°C?
-
Welke lijn is asymptoot van de grafiek van `T(t)`?
-
De koffie staat in een woonkamer.
Kun je aan het functievoorschrift van `T(t)` zien wat de temperatuur is van de woonkamer?
Verwerken
-
Gegeven zijn de functies `f(x) = 2^(x-2) - 3` en `g(x) = 4 * 0,5^(x-3) - 1`.
-
Herschrijf beide functievoorschriften tot de vorm `y = b * g^t + d`.
Hoe ontstaan de grafieken van `f` en `g` door transformatie uit grafieken van bijpassende basisfuncties?
-
Los algebraïsch op: `f(x) = -2 7/8`
-
Los op: `g(x) > 1,5`. Rond in het antwoord af op twee decimalen.
-
Welke waarden neemt `g(x)` aan voor `x <= 4`?
-
Los de volgende vergelijkingen en ongelijkheden op. Vereenvoudig eerst zover mogelijk
en geef daarna de oplossing in twee decimalen nauwkeurig.
-
`5^x = 10`
-
`5^x <= 10`
-
`3 * 5^x + 5 = 10`
-
`3 * 5^x + 5 > 10`
-
`(1/3)^x = 2`
-
`(1/3)^x > 2`
-
`5 * (1/3)^x - 8 = 2`
-
`5 * (1/3)^x - 8 < 2`
-
Los de volgende vergelijkingen en ongelijkheden algebraïsch op:
-
`5 * 10^x = 5000`
-
`3 * 2^p - 2 = 46`
-
`6 * (5^t + 5) = 180`
-
`162 * (1/3)^x > 2`
-
`7 + 16 * 1,5^x <= 43`
-
`10 * (1/2)^x >= 160`
-
Los algebraïsch op als dat mogelijk is. Geef anders een benadering met twee cijfers achter de komma.
-
`4 * 0,5^x - 1 < 0`
-
`2 * 2^(-x + 1) - 1 > 0`
-
`6 * 0,25^x - 4 >= 0,75`
-
`3 * 0,5^(2x - 1) - 4 < -3,25`
-
`3,5^(x + 50) - 0,5 > 3`
-
`-2^x + 1 >= -7`
-
`3^(x - 4) < 1/9 sqrt(3)`
-
Een patiënt krijgt via een infuus een medicijn toegediend. De formule
`A(t) = 540 - 540 * 0,95^t`
geeft de hoeveelheid `A(t)` in mg van het medicijn die na `t` minuten in het bloed aanwezig is.
-
Hoe zie je aan de formule dat de grafiek van `A(t)` stijgend is?
-
Geef de vergelijking van de asymptoot van de grafiek van `A(t)`.
-
Maak duidelijk dat `A(t)` niet exponentieel toeneemt.
-
Na hoeveel minuten (in gehelen) is 75% van de maximale hoeveelheid medicijn in het bloed opgenomen?
Testen
-
Bekijk de volgende functies
`f(x)=2^x`, `g(x)=3*2^x - 7` en `h(x)=3*(2^x - 7)`
-
Beschrijf welke transformaties je moet uitvoeren om de grafiek van `g` te krijgen uit de grafiek van `f`.
-
Welke lijn is asymptoot van de grafiek van `g`? Schrijf domein en het bereik van `g` op.
-
Los op: `g(x) >= 100`.
-
Beschrijf welke transformaties je moet uitvoeren om de grafiek van `h` te krijgen uit de grafiek van `f`.
-
Welke lijn is asymptoot van de grafiek van `h`? Schrijf domein en het bereik van `g` op.
-
Los op: `h(x) < 100`.
-
Ga uit van de functie `g(x) = (1/2)^x`.
-
Beschrijf welke transformaties je moet uitvoeren om de grafiek van de functie `f(x) = -3 * (1/2)^x + 5 te` krijgen uit die van `g`.
-
Hoe kun je aan het functievoorschrift van `f` zien dat de grafiek daalt?
-
Welke lijn is asymptoot van de grafiek van `f`? Wat is het bereik van `f`?
-
Bereken het snijpunt van de grafiek van `f` met de `x`-as.
-
Los op: `f(x) <= 0`
-
Los de volgende ongelijkheden algebraïsch op als dat mogelijk is. Rond anders af
op twee decimalen nauwkeurig.
-
`(1/3)^x < 9`
-
`1/2 * (1/3)^x > 1/18`
-
`1/2 * (1/3)^x - 5 > 10`
-
`5 * (1/3)^(x + 2) > 10`
-
Gegeven zijn de functies `f(x) = 2^x - 2` en `g(x) = (1/2)^(x - 1) + 2`.
-
Geef het bereik van de functies `f` en `g`.
-
Los op: `g(x) <= 5`. Rond in het antwoord af op twee decimalen.