Meer exponentiële functies
Antwoorden bij de opgaven
-
-
-
-
-
-
`y_3 = 3 * 2^x + 1`; vermenigvuldiging in de `y`-richting met 3 en verschuiven met 1 in de `y`-richting
-
-
`6 * 2^(-2x - 1) - 12 = 6 * (2^(-2))^x * 2^(-1) - 12 = 3 * (1/4)^x - 12`
-
De grafiek van `f` ontstaat uit die van `y = (1/4)^x` door vermenigvuldiging in de `y`-richting met 3 en verschuiven met -12 in de `y`-richting.
-
`(-1,0)`
-
`3 * (1/4)^x - 12 = 0` geeft `(1/4)^x = 4 = (1/4)^(-1)` en dus `x=-1`
-
-
Met 0,5 vermenigvuldigen in de `y`-richting.
-
Met 0,5 vemenigvuldigen in de `y`-richting en dan 5 eenheden naar beneden schuiven.
-
`y = -5`
-
`text(D) = RR`, `text(B) = (:-5,rarr:)
-
De vergelijking is te schrijven als `(1/3)^x = 2100`.
Voer in: Y1=(1/3)^X en Y2=2100.
Venster: `[-10,0] xx [0,2500]`
.
Gebruik de Intersect-functie om te vinden dat `x ~~ -6,9631`.
-
-
`f (x) = 2 * 2^x * 2 - 1 = 4 * 2^x - 1`
-
Met 4 vermenigvuldigen in de `y`-richting en dan 1 verschuiven in de `y`-richting.
-
`(0,3)`
-
Horizontale asymptoot `y = -1`, `text(D) = RR` en `text(B) = (:-1,rarr:)`.
-
-
-
-
De vergelijking wordt `3^x=81` en dit geeft `x=4`. (`81 = 3^4`)
-
De vergelijking wordt `(1/3)^(x+1) = 27 sqrt(3)` en dus `3^(-x - 1) = 3^(3,5)`. Dit geeft `x=-4,5`.
-
De vergelijking wordt: `(1/3)^x = 1/4` en dat levert op `x = 1,2618...`
-
-
`0,83^t = 0,5` geeft `t ~~ 3,72`. Drinkbaar tot 11:43 uur.
-
Als `t = 0`, dan geldt `T = 20 + 60 = 80`°C.
-
De groeifactor 0,83 is kleiner dan 1.
-
Met 60 vermenigvuldigen in de `y`-richting en 20 verschuiven in de `y`-richting.
-
Voer in: Y=20+60*(0.83)^X en Y2=21
Venster: `[0,40] xx [0,100]`
`x ~~ 21,97`, dus ongeveer 22 uur. Dat is tot de volgende dag ’s morgens 6:00 uur.
-
`T = 20`
-
20°C, de constante 20 die steeds meer wordt benaderd is de omgevingstemperatuur.
-
-
`f(x) = 1/4 * 2^x - 3`: `a(x) = 2^x` met 1/4 vermenigvuldigen in de `y`-richting en met –3 verschuiven in de `y`-richting
`g(x) = 1/2 * 0,5^x - 1`: `b(x) = (1/2)^x` met 1/2 vermenigvuldigen in de `y`-richting en met –1 verschuiven in de `y`-richting
-
`2^(x - 2) = 2^(-3)` geeft `x = -1`
-
`(1/2)^(x-3) = 5/8` geeft `x ~~ 3,68`. Oplossing: `x < 3,68`
-
`g(4)=1`. Grafiek: als `x <= 4`, dan `g(x) >= 1`.
-
-
`x ~~ 1,43`
-
`x <= 1,43`
-
`5^x = 5/3` geeft `x ~~ 0,32`
-
`x >= 0,32`
-
`x ~~ -0,63`
-
`x <= -0,63`
-
`(1/3)^x = 2` geeft `x ~~ -0,63`
-
`x > -0,63`
-
-
`x=3`
-
`p=4`
-
`t=2`
-
`x<4`
-
`x<=1`
-
`x<=-4`
-
-
`x > 2`
-
`x < 2`
-
`x < 0,17`
-
`x > 1,5`
-
`x > -49`
-
`x <= 3`
-
`x < 2,5`
-
-
`540 * 0,95^t` is dalend, dus `540 - 540 * 0,95^t` is stijgend.
-
`A = 540`
-
Het opnemen in het bloed gaat op den duur steeds langzamer.
-
`405 = 540 - 540 * 0,95^t` oplossen geeft `t ~~ 27,03`, dus na iets meer dan 27 minuten.
-
-
Met 3 vermenigvuldigen in de `y`-richting en –7 verschuiven in de `y`-richting.
-
`y = -7`, `text(D)_g = RR` en `text(B)_g = (:-7,rarr:)
-
`x >= 5,16`
-
Met 3 vermenigvuldigen in de `y`-richting en –21 verschuiven in de `y`-richting.
-
`y = -21`, `text(D)_g = RR` en `text(B)_g = (:-21,rarr:)
-
`x <= 5,33`
-
-
Met –3 vermenigvuldigen in de `y`-richting en 5 verschuiven in de `y`-richting.
-
Grondtal is `1/2`, dus dalend, maar vervolgens met `-3` vermenigvuldigen in de `y`-richting, dus stijgend.
-
`y = 5` en `text(B) = (:larr,5:)`
-
`(-0,74;0)`
-
`x <= -0,74`
-
-
`x > -2`
-
`x < 2`
-
`x < -3,10`
-
`x <= -2,63`
-
-
`text(B)_f = (:-2,rarr:)` en `text(B)_g = (:2,rarr:)`
-
`x >= -0,585`