Goniometrische functies
Inleiding
www.math4all.nl > MAThADORE-basic HAVO/VWO > 4/5 HAVO wi-d > Toegepaste analyse > Goniometrische functies > Goniometrische functies > Inleiding
Probeer de vragen bij Verkennen zo goed mogelijk te beantwoorden.
Uitleg
www.math4all.nl > MAThADORE-basic HAVO/VWO > 4/5 HAVO wi-d > Toegepaste analyse > Goniometrische functies > Goniometrische functies > Uitleg
Opgaven
-
Ga van elk van de volgende functies na of de grafiek op een sinusoïde lijkt of niet.
- `y_1 = 1 + 2 sin(0,5x – 1)`
- `y_2 = sin(x) + cos(x)`
- `y_3 = sin(x^2)`
- `y_4 = sin^2(x) = (sin(x))^2`
- `y_5 = sin(9x) – sin(11x)`
-
Waarom weet je bij `y_2` en `y_3` eigenlijk (nog) niet zeker of hun grafieken echt dezelfde vorm hebben als die van `y = sin(x)`?
Theorie
www.math4all.nl > MAThADORE-basic HAVO/VWO > 4/5 HAVO wi-d > Toegepaste analyse > Goniometrische functies > Goniometrische functies > Theorie
Bestudeer eerst de Theorie. In de opgaven wordt je naar de Voorbeelden verwezen.
Opgaven
-
Bekijk Voorbeeld 1. Los nu zelf op `[0,2pi]` op: `f(x) > 160`.
-
Gegeven is de functie `f` met `f(x) = 10 sin(0,1pi(x - 5)) + 15` op het interval `[0,50]`.
- Lees periode, amplitude, evenwichtsstand en de horizontale verschuiving t.o.v. de `y`-as uit het functievoorschrift af.
- Teken de grafiek met je grafische rekenmachine.
- Los op in twee decimalen nauwkeurig: `f(x) = 12`.
-
Bekijk Voorbeeld 2.
- Breng zelf de grafiek van `f` op je grafische rekenmachine in beeld en bepaal de twee opeenvolgende maxima.
- Welke periode kun je hieruit afleiden voor de sinusoïde die lijkt te ontstaan?
- Welke andere formule zou je bij deze sinusoïde kunnen opstellen?
- Waarom weet je nog niet helemaal zeker dat de grafiek van `f` ook echt een sinusoïde is?
-
Gegeven de functie `f` met `f(x) = 2 sin(x) cos(x)` op `[0,2pi]`.
- Maak de grafiek van `f` op je grafische rekenmachine.
- Lijkt de grafiek op een sinusoïde? Zo ja, welke formule past er dan bij die sinusoïde?
- Los op: `f(x) = 0,5`. Geef benaderingen in twee decimalen nauwkeurig.
- Gebruik nu de formule van de sinusoïde die je bij b hebt gemaakt en los exact op: `y = 0,5`. Komen deze antwoorden overeen met die bij c?
-
Bekijk de grafiek van de functie `f(x) = 2x sin(x)` op `[0,2pi]`.
- Waarom kan hier geen sprake zijn van een sinusoïde?
- Is dit een periodieke functie?
- Beschrijf de regelmaat van de grafiek van `f`.
-
Gegeven is de functie `f` met `f(x) = sin(sqrt(x))`.
- Maak de grafiek van `f` op `[0,1000]`.
- Los op: `f(x) = 1`.
- Hoe kun je aan de antwoorden bij b zien dat dit geen periodieke functie is?
Verwerken
-
Als je de sinusoïden `y_1 = 3 sin(x)` en `y_2 = 4 cos(x)` optelt, krijg je de grafiek van de functie `f(x) = 3 sin(x) + 4 cos(x)`.
De grafiek van `f` is een sinusoïde.
- Geef de periode, de amplitude, de evenwichtsstand en de horizontale verschuiving ten opzichte van `y_1 = sin(x)`. Geef je antwoord in twee decimalen nauwkeurig.
- Stel een formule op voor deze sinusoïde.
- Bereken met behulp van je formule bij b de toppen en de nulpunten van de grafiek van `f`.
- Los op `[0,2pi]` op: `f(x) > 1`.
-
Bekijk de grafiek van de functie `g(x) = cos(x) - cos(2x)`.
- Deze grafiek is periodiek. Wat is de periode?
- Is de grafiek van `g` een sinusoïde?
- Bepaal met je grafische rekenmachine de nulpunten en de toppen van de functie `g`. Neem als domein `[0, 2pi]`.
Testen
-
Gegeven is de functie `f(x) = cos(x) - sin(x)`. De grafiek van `f` is een sinusoïde.
- Bereken of beredeneer de exacte nulpunten van `f`.
- Beredeneer de exacte extremen van `f`.
- Geef een formule voor deze sinusoïde.
- Los algebraïsch op: `f(x) >= 1`.