Groeimodellen
Antwoorden bij de opgaven
-
- Maak een tabel van `log(N)` voor `t = 0, 1, 2, 3, 4, 5, ...`
- `log(K) = log(600 * 0,8^t) = log(600) + log(0,8^t) = log(600) + t * log(0,8)`.
- Rechte lijn door `(0,log(600))` met richtingscoëfficiënt `log(0,8)`.
- De grafiek van `K(t)` wordt nu een rechte lijn door `(0,600)`, `(1,480)`, `(2,384)`, enzovoorts.
- `N(t) = a * g^t` door `(0,5;8000)` en `(6,400)` geeft `a * g^(0,5) = 8000` en `a * g^6 = 400`.
Dit levert op `a = 10500` en `g ~~ 0,58`, dus `N(t) = 10500 * 0,58^t`.
- Doen.
- `N(t) = 0` heeft geen oplossingen, de `t`-as is een horizontale asymptoot.
-
-
Maak eerst een tabel.
-
`log(N_4(t)) = log(400 - 300 * 0,75^t)`. Dit kan niet herleid worden tot een lineair verband tussen `N_4` en `t`.
-
-
t | 0 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 |
log(N) | 1,7 | 1,9 | 2,2 | 2,4 | 2,6 | 2,8 | 3,1 |
-
Grafiek is praktisch een rechte lijn, dus exponentiële groei.
-
`log(N) ~~ 1,70 + 0,225t`
-
`N(t) ~~ 50 * 1,68^t`
-
-
`log(N) = log(20) + 1,5 * log(t)` geeft een rechte lijn door `(0,log(20))` met richtingscoëfficiënt `1,5`.
-
Je krijgt een rechte lijn door `(0,0)`, `(1,20)`, etc.
-
`log(K) = log(600 * t^(0,8)) = log(600) + log(t^(0,8)) = log(600) + 0,8 log(t)`.
-
Rechte lijn door `(0,0)`, `(1,600)`, etc.
-
-
Aan de machten van 10 op horizontale en verticale as.
-
Kleine honden zitten bij `(10^(1,1),10^(2,4))`.
-
`log(P) ~~ 2,41 - 0,14log(m)` geeft `P = 10^(2,41) * m^(-0,14)`.
(Kan ook met behulp van twee afgelezen punten.)
-
`P ~~ 131` passen per minuut.
-
-
Doen. Vergelijk jouw lijn met de door Excel gegeven lijn.
-
Grafiek op het Excelblad gaat door `(8,10)` en ongeveer door `(21,100)`.
`N(t) = a * text(e)^(kt)` geeft dan `a * text(e)^(8k) = 10` en `a * text(e)^(21k) = 100` zodat `text(e)^(13k) = 100/10 = 10` en `k ~~ 0,18`.
Vul je dit in één van beide vergelijkingen in, dan vind je `a ~~ 2,23`. Dus `N(t) ~~ 2,23 * text(e)^(0,18t)`.
(Je kunt ook uitgaan van `N(t) = a * g^t`. Dan vind je `N(t) ~~ 2,23 * 1,19^t`.)
-
Maak een tabel bij de bij b gevonden functie op je grafische rekenmachine.
-
`N(t) = 2,23 text(e)^(0,18t) > 1000` geeft `t = (ln(1000/(2,23)))/(0,18) ~~ 33,9`. Dus na 34 dagen.
-
-
Doen, in beide gevallen liggen de punten redelijk op een rechte lijn.
Je krijgt daarom een machtsfunctie `T = a * R^b`.
-
De grafiek moet in ieder geval door `(1,1)`.
-
Het antwoord bij b betekent: `a = 1`.
Neem je aan dat de grafiek ook door `(30,165)` gaat dan wordt `165 = 30^b` en dus `b = (ln(165))/(ln(30)) ~~ 1,50`.
Dus `T = R^(1,5)`.
-
`R = 38,4851` geeft volgende de formule `T ~~ 238,5` jaar.
-
-
Doen.
-
Zie het voorbeeld. Je kunt wel een ander punt kiezen, maar je formule zal uiteindelijk niet heel veel afwijken van die in het voorbeeld.
-
`N'(t) = (-350)/((1 + 174 * 0,81^t)^2) * 174 * ln(0,81) * 0,81^t`.
`N"(t) = (-350)/((1 + 174 * 0,81^t)^3) * 174 * ln^2(0,81) * 0,81^t * (174 * 0,81^t - 1)) = 0` geeft `t ~~ 24,48`.
(Het verschil zit hem waarschijnlijk in de afronding naar `0,81`.)
-
-
Nu wordt `20,7 = 20 + 60 * g^(20)` en ook dit geeft `g ~~ 0,80`. Je krijgt dus hetzelfde functievoorschrift.
-
`T'(t) = 60 * ln(0,80) * 0,80^t` en dus is `T'(10) ~~ -1,44`.
De afkoelingssnelheid is ongeveer `1,44`°C/min.
-
-
De hoogteverschillen per `2` weken zijn niet constant, dus geen lineaire groei.
Er is geen sprake van een constante groeifactor per `2` weken, dus ook geen exponentiële groei.
Het is daarom geen van beide.
-
t | 2 | 4 | 6 | 8 | 10 | 12 |
log(F) | 0,786 | 0,207 | –0,296 | –0,911 | –1,701 | –2,409 |
Maak bij deze tabel een grafiek.
-
Je kunt een rechte lijn tekenen die de zes punten van de grafiek van `F` redelijk benadert. Dus is er een lineair functievoorschrift `F(t) = at + b`.
Met `F(2) = 0,786` en `F(12) = -2,409` vind je een richtingscoëfficiënt van ongeveer `-0,32`. En zo krijg je `F(t) ~~ -0,32t + 1,43`.
-
`F(t) = log((256 - H(t))/(H(t))) = -0,32t + 1,43` geeft `(256 - H(t))/(H(t)) = 10^(-0,32t + 1,43)` en dus `256 - H(t) = H(t) * 10^(-0,32t + 1,43)`.
Dit levert op: `256 = H(t) * (10^(-0,32t + 1,43) + 1)` zodat `H(t) = 256/(10^(-0,32t + 1,43) + 1) = 256/(1 + 10^(-0,32t + 1,43))`.
Er is sprake van geremde exponentiële groei.
-
Groeisnelheid `H'(t) = (-256)/((10^(-0,32t + 1,43) + 1)^2) * 10^(-0,32t + 1,43) * ln(10) * -0,32`.
Dus `H'(1) ~~ 12,6` is kleiner dan de gemiddelde groei in de tweede week omdat de groei dan nog steeds sneller toeneemt.
-
`H'(10) ~~ 3,1` is groter dan de gemiddelde groei in de tiende week omdat de groei dan steeds langzamer gaat.
-
`H'(t)` heeft een maximum voor `t ~~ 4,47`. Dit is op dag 4.
(Gebruik bijvoorbeeld Y2=nDeriv(Y1,X,X).)
-
-
Doen.
-
De grafiek is op dubbellogaritmisch papier bij benadering een rechte lijn.
-
Je vindt iets als `a ~~ 59` en `b ~~ 0,54`, dus `E ~~ 59 m^(0,54)`.
-
`~~ 4609` cal/km.
-
-
Er is sprake van een minteken omdat de hoeveelheid afneemt. De afnamesnelheid is recht evenredig met de hoeveelheid.
-
`G'(x) = -kb * text(e)^(-kx) = -k * G(x)`.
-
`G(6) = b * text(e)^(-0,2 * 6) ~~ b * 0,30`. 30% van het graan is nog niet uit het stro geschud.
-
Hoe groter `k`, hoe meer graan er uit het stro wordt gehaald.
-
`v = 2` geeft `k = 0,5`.
`G(6) = b * text(e)^(-0,5 * 6) ~~ b * 0,05`. 5% van het graan is nog niet uit het stro geschud.
-
Dan moet `G(6) = 0`. Dit lukt alleen als `v = 0`.
-
-
Afname 1,5 keer zo groot past niet bij een lineair proces. Afname neemt exponentieel toe, wat overblijft dus niet.
-
`1,0414^10 ~~ 1,5` en `3311 - 274 * 1,5 = 2900`.
-
In het jaar 2032.
-
`y'(t) = -274 * ln(1,0414) * 1,0414^t`.
Nu is `y'(0) = -274 * ln(1,0414) * 1` en `y'(10) = -274 * ln(1,0414) * 1,5`, dus het klopt.