Afstanden

Antwoorden bij de opgaven

  1. `l: y=- 2/3 x + 2` dus `rc_m=1,5`, `m: y=1,5x-0,5` snijden met `l` geeft `Q(15/13, 16/13)` en `|PQ| ~~3,33`
  2. `sqrt(20)`
  3. Hoogtelijn uit `A:` lengte`~~3,88`, hoogtelijn uit `B:` lengte`~~3,40`
  4. -
  5. Ongeveer 22,98
    1. Middelpunt cirkel `M(5, 4)`. `OM: y=0.8x` snijdt `c` in `S` en `T`. `S(2,53; 2,02)` ligt het dichtst bij `O`. `|OS| ~~3,24`
    2. De afstand tussen het snijpunt van de lijn `m` door het middelpunt `M` van de cirkel en loodrecht op `l` met lijn `l` en het snijpunt van `m` met de cirkel. Die afstand is ongeveer 1,79
    3. ongeveer 2,24
  6. Ongeveer 3,80. Hint: maak een lijn door `O` en loodrecht op de gegeven lijnen
  7. Alleen als beide lijnen evenwijdig lopen, anders is de afstand 0.
  8. -
    1. 7,34
    2. 4,60
    3. 1
    1. `4-sqrt(5)`
    2. `4-sqrt(13)`
    3. 0
    1. `10 1/2 sqrt(2)`
    2. 52,5
    1. 11 roosterhokjes
    2. `sqrt(20)`
    3. `|CD|=22/sqrt(20)`
    4. `6/sqrt(5)`
  9. `7/sqrt(17)`
  10. `y=4x-12` en `y=4x+22`
  11. `sqrt(136)-sqrt(17)`