Het begrip functie

Antwoorden bij de opgaven

1. 1. A
   2. 11,232
   3. van 0 tot en 175,5 kW
   4. ongeveer 17,9 m/s
2. 1. `P(v) = 0,208v^3`
   2. 208
   3. 0 ≤ X ≤ 20 en 0 ≤ Y ≤ 1664
   4. ongeveer 5,78 m/s is ongeveer 20,8 km/h
3. 1. `x = 2` geeft `y = +- sqrt(96)`
   2. `y = +- sqrt(100-x^2)`
   3. `y_1(x) = sqrt(100-x^2)` en `y_2(x) = -sqrt(100-x^2)`
   4. standaardinstelling kan
   5. `y_1(5) = sqrt(75)` en `y_2(5) = -sqrt(75)`
4. C en D
5. 1. `x = 0` V `x = 4`
   2. (0,0) en (4,0)
   3. `x = -1` V `x = 5`
6. 1. `T = 0,44`
   2. Ja, bij elk gewicht hoort precies één tarief (boven 250 g is het geen brief).
   3. Nee, je weet alleen in welke gewichtscategorie de brief zit.
   4. 50 ≤ `G` < 100
   5. Nee, bij elke waarde van `T` horen meerdere waarden van `G`.
7. A, C en D
8. 1. -
   2. `(sqrt(130) ,0)` en `(-sqrt(130) ,0)` met top `(0,-130)`
   3. bijvoorbeeld –15 ≤ X ≤ 15 en –130 ≤ Y ≤ 130
   4. twee snijpunten
   5. `(-10,-30)` en `(13,39)`
9. 1. van `y_1`: `(+-3,0)` en `(+-2,0)`
      van `y_2`: `(-3,0)` en `(2,0)`
   2. -
   3. `(-3,0)`, `(-1,79;4,58)`, `(2,0)` en `(2,79;-4,58)`
10. 1. `f(3) = 23`
    2. `f(x) = 8` geeft `x = 0` V `x = +-2`
    3. -
    4. Ja
    5. Nee, bijvoorbeeld bij b heb je een tegenvoorbeeld.
11. 1. Bij elke waarde van `a` hoort precies één waarde van `K`.
    2. `K(100) = 67`
    3. `K(a) = 42 + 0,25a`
    4. 1832 m³
12. 1. `(+-10,0)` en top `(0,100)`
    2. -
    3. `(-7,07;50)` en `(7,07;50)`
13. 1. van `y_1`: `(0,0)` en `(+-2,0)`
       van `y_2`: `(0,0)` en `(4,0)`
    2. -
    3. `(0,0)` en `(2,3;3,9)`
14. 1. `(0,0)` en `(100,0)`
    2. `(0,0)` en `(50,0)`
    3. `(-30,0)` en `(50,0)` met top `(10,-1600)`
    4. `(-125,0)`
15. 1. `V = 2 pi r^3`
    2. -
    3. `r~~5,42`
16. 1. A en B
    2. B en C
17. 1. `f(5) = 250` en `f(-5) = -2250`
    2. `x = 0` V `x = 10`
    3. `(0,0)`, `(8,64)` en `(12,96)`