Totaalbeeld

Antwoorden bij de opgaven

    1. `q = 3634,78`
    2. `x = -15 vv x=-35`
    3. `x~~1,59`
    4. `d~~+-2,90`
    5. `k=10 vv k=-9`
    6. `x = 0,2 vv x=5`
  1. `x~~4,138`
    1. -
    2. `x~~11,3` mm
    3. Nee, de afstelling van snijmachines kan niet veel nauwkeuriger.
    1. Voer is: Y1=100+40X–5X^2
      Venster: `-5 <= x <= 10` en `-5 <= y <= 200`
    2. Op 100 m hoogte.
    3. Na 8 s.
    4. Na 4 s, 180 m.
    5. Na 10 s.
    6. Nee, je weet niet onder welke hoek de pijl is afgeschoten. In de formule wordt `h` uitgezet tegen de tijd, dus je weet alleen het verloop van de hoogte.
    1. De waarde van de breuk wordt kleiner als `v` groter wordt.
    2. `v=42` km/h
    3. 54,2
    4. -
    1. 7,02 m/s ≈ 25,3 km/h
    2. `D=sqrt(200000/(v^3))`
    3. Tussen 14,1 m en 158,1 m.
    1. 0,75 m2 per persoon
    2. `M=0,65` m2 per persoon
    3. `M = 7` m2 per persoon
    4. 140 mensen per minuut
    5. 71 voetgangers per minuut