Schaalvergroting

Antwoorden bij de opgaven

    1. 22=4 keer
    2. 23=8 keer
    1. 23 keer
    2. (23)2=43 keer
    1. 2 keer
    2. (2)3=8 keer
    1. 226,53,38
    2. 3,38211,46
    3. 3,38238,77
    1. 118
    2. 118402,2 cm
    3. 182=324 keer zo groot
    4. 1830,35=2041,2 liter
    1. De inhoudsvergrotingsfactor is 1,50,375=4, dus de lengtevergrotingsfactor is 43=1,587....
      De Magnum is ongeveer 1,6 keer zo hoog.
    2. De inhoudsvergrotingsfactor is 1,50,75=2, dus de lengtevergrotingsfactor is 23=1,259....
      De oppervlaktevergrotingsfactor is 1,587.... De oppervlakte is daarom ongeveer 1,6 keer zo groot.
    3. De inhoudsvergrotingsfactor is 180,75=24, dus de lengtevergrotingsfactor is 243=2,884....
      De hoogte van een Melchior champagne is ongeveer 103,8 cm.
  1. Als het glas half vol is, is het volume van de kegel die de vloeistof voorstelt half zo groot als het volume van de kegel die de binnenkant van het glas voorstelt. Bij een inhoudsvergrotingsfactor van 0,5 past een lengtevergrotingsfactor van 0,530,79.
    De hoogte van de vloeistofspiegel is daarom ongeveer 0,7910=7,9 cm en de vloeistofspiegel staat 2,1 cm onder de bovenrand.
  2. De lengtevergrotingsfactor is 20, de oppervlaktevergrotingsfactor dus 202=400 en de inhoudsvergrotingsfactor 203=8000.
    De oppervlakte van het beeld wordt 1400400=560000 cm2 en dat is 56 m3.
    De inhoud van het beeld wordt 30008000=24000000 cm3 en dat is 24 m3.
    1. 531,71 keer
    2. Als het metaal even dik blijft gaat het om de oppervlaktevergroting en die is (53)22,92.
      Als het metaal in dezelfde verhouding dikker wordt gaat het om de inhoudsvergroting en die is 5.
    1. 110 van jouw lengte.
    2. 11000 van jouw gewicht.
    3. 1100 keer.
    4. De energiebehoefte van de mens varieert sterk van persoon tot persoon. Verder is er verschil tussen mannen en vrouwen. Stel dat je gemiddeld ongeveer 500 gram per dag eet en 80 kg weegt, dan eet je 0,625% van je lichaamsgewicht per dag. Een Lilliputter moet dan ongeveer 11005=5 gram per dag eten, maar weegt 1100080=0,08 kg, dus 80 gram. Hij moet 6,25% van zijn lichaamsgewicht per dag eten, dus naar verhouding 10 keer zoveel!
    5. Zie vorige antwoord.
    6. Omdat dit recht evenredig is met de oppervlakte van het lichaam en de oppervlaktevergrotingsfactor is l2.
    7. De voedselbehoefte is recht evenredig met l2 en het lichaamsgewicht met l3, dus de voedselbehoefte per kg is recht evenredig met (l2)
  3. De kegel die boven de kubus uitsteekt heeft een inhoud van 14 deel van de hele kegel.
    De lengtevergrotingsfactor van de hoogte van de kegel die boven de kubus uitsteekt t.o.v. de de hoogte h van hele kegel is dus 0,2530,63. Omdat de kubus ribben van 6 cm heeft is 0,37h=6 en dus h16,2 cm.
    1. Hij is ongeveer 2 keer zo breed, maar wel 4 keer zo hoog.
    2. 8 keer zo groot dan dan van nummer I.
    3. Inhoudsvergrotingsfactor 2 geeft lengtevergrotingsfactor 231,26, dus hij is ongeveer 1,26 keer zo hoog.
  4. 1:2.000.000
  5. Inhoudsvergrotingsfactor 51,840,24=216 geeft lengtevergrotingsfactor 2163=6 en dus oppervlaktevergrotingsfactor 62=36. De huidoppervlakte van de Boa is 48336=17388 cm2.
  6. 0,5386,35 cm.