Kansmodellen
Antwoorden bij de opgaven
-
-
-
-
`text(P)(A <= 2 | n = 100 text( en ) p = 0,013) ~~ 0,8582`
-
`100 * 0,013 = 1,3`
-
-
Als de toevalsvariabele alle waarden (uit een bepaald interval) kan aannemen heb je weinig andere mogelijkheden binnen het HAVO wiskunde A programma.
Je moet dan het gemiddelde en de standaardafwijking van de normale verdeling weten.
-
Als de toevalsvariabele kan worden opgevat als het aantal elementen in een steekproef met een zekere eigenschap. Voor die eigenschap mogen er dan maar twee mogelijkheden zijn: "succes" of "geen succes".
-
In andere gevallen helpt het tekenen van kansbomen, of andere diagrammen.
-
-
Door statistiek, gewoon vaak op het doel schieten en dan de punten die worden behaald bijhouden.
-
0,02
-
`text(P)(A <= 1 | n = 5 text( en ) p = 0,02) ~~ 0,9962`
-
`0,15^3 * 0,08^2 * ((5),(3)) ~~ 0,000216`
Er zijn niet maar twee mogelijkheden, dus dit is geen binomiaal kansmodel.
-
-
Je moet een frequentieverdeling maken van de gewichten van veel appels en dan normaal waarschijnlijkheidspapier gebruiken om dit zeker te weten. Zie Voorbeeld 2.
-
De kans dat een appel lichter is dan 80 gram is: `text(P)(G < 80 | mu = 115 text( en ) sigma = 20) ~~ 0,0401`.
De gevraagde kans is: `text(P)(Y = 5 | n = 20 text( en ) p = 0,0401) ~~ 0,00087`.
-
-
`0,5^4 * 6 = 0,375` (kansboom tekenen)
-
`text(P)(X > 10 | n = 13 text( en ) p = 1/3) ~~ 0,000213` (binomiaal kansmodel)
-
`text(P)(T > 14 | mu = 12 text( en ) sigma = 1,5) ~~ 0,0912` (normaal kansmodel)
-
`text(P)(A <= 1 | n = 20 text( en ) p = 0,0912) ~~ 0,4441` (binomiaal kansmodel)
-
`4/7 * 3/6 * 3/5 * 3 + 4/7 * 3/6 * 2/5 ~~ 0,6286` (kansboom tekenen)
-
-
3 ballen uit de hoed halen zonder terugleggen.
-
`6 * 6/13 * 5/12 * 2/11 ~~ 0,20979`.
-
P(X = 0) = 0,57692, P(X = 1) = 0,38462, P(X = 2) = 0,03846 dus de verwachting is ongeveer 0,46.
-
-
x | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 |
P(X = x) | 1/16 | 2/16 | 3/16 | 4/16 | 3/16 | 2/16 | 1/16 |
-
De verwachting is `80/16 = 5`.
-
-
Als wit zichtbaar is en Bert zegt rood, dan is er maar één kaart die gunstig is voor Bert, dus kans is `1/3`.
-
P(3 spelletjes)` = (1/3)^3 + (2/3)^3 = 9/27 = 1/3`.
-
Kan niet, dus 0.
-
-
`text(P)(T < 8,5 | mu = 9,2 text( en ) sigma = 0,6) = 0,12167`
Je mag verwachten `0,12167 * 90 = 10,95`, dus 11 jaar.
-
`P(T > 10,3 | mu = 9,2 text( en ) sigma = 0,6) = 0,033376`, per eeuw dus ongeveer 3 jaren.
-
`4/52 * 36/51 * 35/50 * 34/49 * 4 + 4/52 * 4/51 * 36/50 * 35/49 * 12 + 4/52 * 3/52 * 36/50 * 35/49 * 6 + 4/52 * 4/51 * 3/50 * 36/49 * 12 ~~ 0,1570`
-
-
`1 - 5/10 * 4/9 * 3/8 * 2/7 * 1/6 ~~ 0,9960`
-
`1 - text(P)(V = 5 | n = 5 text( en ) p = 0,50) = 0,96875`
-
-
`text(P)(V < 0,25 | mu = 0,27 text( en ) sigma = 0,01) ~~ 0,0228`
-
`text(P)(A <= 2 | n = 24 text( en ) p = 0,0228) ~~ 0,9832`
-
`text(P)(V < 0,25 | mu = m text( en ) sigma = 0,01) ~~ 0,01` geeft `(0,25 - m)/0,01 ~~ -2,326` en dus `m = mu ~~ 0,273`.
Er moet gemiddeld 0,273 liter in elk flesje.
-
-
P(G = 0) = 0,55760
P(G = 1) = 0,38603
P(G = 2) = 0,05515
P(G = 3) = 0,00123
-
0,5
-
P(A wint) = P(AAA) + P(AABA) + P(AABBA)` = (1/4)^3 + 3 * (1/4)^3 * (3/4) + 6 * (1/4)^3 * (3/4)^2 = 1/64 + 9/256 + 54/1024 ~~ 0,10352`.
-
-
`text(P)(56,7 < G < 58,5 | mu = 57,6 text( en ) sigma = 0,44) ~~ 0,95918` dus ongeveer 96%.
-
`text(P)(A >= 28 | n = 30 text( en ) p = 0,96) ~~ 0,8831`.
-
Als `text(P)(56,7 < G < 58,5 | mu = 57,6 text( en ) sigma = x) = 0,98` dan `x ~~ 0,3869`.