Grafieken maken
Antwoorden bij de opgaven
-
-
9,5 cent per kopie
-
7,7 cent per kopie
-
`K = 0,075`
-
200,075 euro
-
-
-
-
Negatieve waarden voor `v` (en dus ook voor `P`) hebben geen betekenis.
Verder zijn de waarden voor `v` vaak groter dan 10.
Tenslotte zijn de bijbehorende waarden voor `P` (bekijk de tabel bij de formule) als snel veel groter dan 10.
-
Doe het practicum. Bekijk vooral ook de mogelijkheden die je GR heeft om nulpunten en toppen uit te rekenen.
-
-
Y1=–0.1*X^2+2X invoeren in de GR en de standaardinstellingen instellen
-
Nee, vanwege het kwadraat krijg je een parabool.
-
Je krijgt nu de top en de nulpunten, alle karakteristieken van de grafiek, in beeld.
-
`(0,0)` en `(20,0)`
-
`(10,10)`
-
-
Totale kosten per maand voor `a` minuten bellen zijn `24+0,08a`.
Dit ga je delen door `a` en dan krijg je `24//a + 0,08a//a`.
-
Invoer Y1=24+0,08/X met `0<=x<=240` en `0<=y<=2`
-
`a=0` (delen door 0) en `K=0,08` (voor grote waarden van `a` wordt `24//a~~0`
-
`24/a=0,04` geeft `a=600`, maar je kunt ook gewoon de tabel in je GR bekijken
-
-
Je krijgt dan de parabolische baan vanaf startpunt tot het punt waar het voorwerp weer op de grond komt niet in beeld.
-
Tabel bekijken tot je beide waarden hebt met `h=0`.
Stel de stapgrootte van de tabel bijvoorbeeld op 10 in.
-
-
-
`x` van 0 tot 200 en `y` van 0 tot 50.
-
50 m
-
-
`V = 10pi r^2`
-
Voer in Y1=10πX^2.
Gebruik de tabel om te bepalen voor welke `r` het volume het dichtst bij 1000 cm3 zit.
Je vindt `r ~~ 5,6` cm.
-
`V = 2pi r^3`
-
Het volume van het blikje moet zijn: 500 cm3. Maak een tabel van: Y1=2πX^3.
Je vindt `r ~~ 4,3` cm.
-
-
`K = 200 + 0,04a`
-
`I = 0,10a`
-
Bepaal met de tabel de waarde van `a` waarvoor voor het eerst `K < I`. Je vindt `a=3334`
-
-
Voer in: Y1=250-0.5X^2 met vensterinstellingen: `0 <= x <= 500` en `0 <= y <= 40000`.
-
Voer in: Y1=0.04+200/X met vensterinstellingen: `0 <= x <= 100` en `0 <= y <= 100`.
-
Voer in: Y1=60/(30+0.5X) met vensterinstellingen: `0 <= x <= 500` en `0 <= y <= 3`.
-
-
12,83
-
`GTK = 100/q + 0,1q`
-
v.a.: `q = 0`
-
Als `q` heel groot wordt, wordt ook `GTK` heel groot.
-
-
`l` en `b` zijn lengte en breedte van het bedrukte gedeelte in cm. 1 m2 = 10000 cm2.
Postergrootte `(l + 25)(b + 20) = 10000`.
-
`b + 20 = 10000/(l+25)` en dus `b = 10000/(l+25) - 20`.
GR: Y1=10000/(X+25)-20 met vensterinstellingen: `0 <= x <= 500` en `0 <= y <= 400`.
-
Als `l = 0`, dan `b = 380` en als `b = 0`, dan `l = 475`. Dus `0 <= l <= 475` en `0 <= b <= 380`.
-
Ga met de tabel na dat `b=l` als `l~~77,5` cm.
De poster wordt dan 97,5 bij 102,5 cm.
-
-
10,9 °C
-
`T>2`
-
`T = 2` en `K = 0`
-
`K>0`
-
-
Eerst de formule van `q` herschrijven tot `20p = 10000 - q` en: `p = 500 - 0,05q`.
Dan `R=(500-0,05q)*q`.
-
`0 <= p <= 500` en `0 <= q <= 10000`
-
`W = R - K = (500q - 0,05q^2) - (15 000 + 100q)`.
Haakjes uitwerken geeft: `W = -0,05q^2 + 400q - 15 000`.
-
GR: Y1=–0.05X^2+400X-15000 met venster: `-1000 <= x <= 10000` en `-100000 <= y <= 1000000`.
-
Winst is maximaal als `q = 4000`.
-
-
`l = 200 - 2b`
-
`A = l * b = (200 - 2b)b = 200b - 2b^2`
-
GR: Y1=200X–2X^2 met venster: `0 <= x <= 100` en `0 <= y <= 6000`.
-
Als `b=50`.