Formules gebruiken

Antwoorden bij de opgaven

    1. oppervlakte = 6 × breedte
    2. lengte × breedte = 12
    3. oppervlakte = lengte2
    4. B bij a, A bij b en C bij c
    1. Die accepteert alleen formules van de vorm Y=...
    2. Y1=30–X
    3. De grafiek is een rechte lijn vanf `(0,30)` naar `(30,0)`.
    4. Zowel `l` als `b` kunnen niet kleiner zijn dan 0. Daarom is `0<=l<=30` en `0<=b<=30`.
    1. Een tabel maken, neem bijvoorbeeld `b=0,10,20,30,40,50`.
    2. Eerst herschrijven tot `l=50-b` en dan invoeren als Y1=50–X.
    3. Zie b.
    4. `b=50-7,5=42,5`.
    1. `y=6-3x`
    2. `y=12//x`
    3. `y=4-x`
    4. `y=2/3 x - 2`
    5. `y=-0,25x^2+2`
    6. `y=-1/3 x + 8`
    1. Y1=3*X^2
    2. Kan niet, teveel variabelen.
    3. Kan niet, is een rekenregel, geen verband tussen `a` en `b`.
    4. Y1=20/X
    1. `QI ~~ 24,07`
    2. -
    3. -
    4. `64,8 <= G <= 81`
    1. `3x^2-6xy`
    2. `-7a-6`
    3. `30p^2-100p`
    4. `-5p^5+15p^6`
    1. `x^2+6x+8`
    2. `2b^2+4b-16`
    3. `19+6l+3/l`
    4. `25c^2-40c+16`
    1. cm3
    2. 804,25 cm3
    3. `V = 16pi r^2`
    4. -
    5. bijvoorbeeld `h = (1000)/(pi r^2)`
    1. Verband tussen twee variabelen. GR: Y1=X^3
    2. Verband tussen twee variabelen. GR: Y1=400–5*X^2
    3. Geen verband tussen twee variabelen.
    1. `y=-0,5x+2,5`
    2. `y=2/3 x + 2`
    3. `y=+-4*sqrt(x)`
    4. `y=6//x^2`
    1. `-2x^3-12x^2`
    2. `-x^2-8x`
    3. `t^2+15t-100`
    4. `3x^3-2x^2+3x-2`
    5. `a^2-9`
    6. `36x^2-36x+9`
    1. 3000 eenheden
    2. 3400 eenheden
    3. € 200,-
    4. `R=p*q=p*(4000-20p)=4000p-20p^2`
    5. -
    6. `p=100`
    1. Y1=8–X
    2. Kan niet.
    3. Y1=50*X–2*X^2
    1. `2p^2+p`
    2. `20-3k-2k^2`
    3. `b^2+10b+25`
    1. `A=x^2`
    2. `A=(x-3)(x+3)`
    3. `(x-3)(x+3)=x^2-9` en dus is het nieuwe land 9 m2 kleiner dan het oorspronkelijke stuk land was.