Grafieken combineren en vergelijken
Antwoorden bij de opgaven
-
-
-
Tussen 20000 en 24000 neemt de winst toe met `22000/4000 = 5,5` euro per eenheid.
De winst zit dus het dichtst bij 0 als je op `10000/(5,5) ~~ 1818` eenheden boven de 20000 zit.
Dat is bij een aantal van 21818.
-
-
-
-
-
Bij ongeveer 1500 en 2250 m.
Dat zijn de punten waar loper B eerst voor ligt op het schema van A en later toch weer achter komt te liggen.
-
-
40 minuten –> 800 m –> 15°C
-
40 minuten –> 1000 m –> 14°C
-
60 minuten –> 600 m
Als je op dezelfde hoogte zit heb je dezelfde temperatuur.
Dat is na ongeveer 28 minuten en na ongeveer 90 minuten.
-
Het warmst na 0 minuten: ongeveer 19°C.
Het koudst op 1200 m: ongeveer 13°C.
Temperatuursverschil ongeveer 6°C.
-
-
De schalen waarop je hun waarden afleest zijn verschillend.
-
In 2003: ongeveer `18350 * 82,5 = 1513875` kE.
-
In 2006: ongeveer `17600 * 97,8 = 1721280` kE.
-
Nee, vergelijk de voorgaande twee antwoorden maar.
-
-
Dat er op dat moment evenveel naar NL toekwamen als uit NL vertrokken.
-
Dat er op dat moment evenveel Turken als Marokkanen NL binnenkwamen.
-
Turken tussen 1982 en 1985.
-
Mogelijke antwoorden: grote werkeloosheid onder deze groepen, strenger immigratiebeleid vanuit NL,
verbetering perspectief in thuisland.
-
Zie grafiek hiernaast.
-
Sterkste daling in 1980.
-
-
In de snijpunten passeren beide wielrenners elkaar.
-
De eerste 95 minuten en tussen de 115 en 160 minuten.
-
Rond 40 minuten, 95 minuten en 140 minuten.
-
-
2600 exemplaren; winst ongeveer 200 kEuro.
-
Tot de 1000 exemplaren.
-
Na ruim 2 maanden.
-
maand | 0 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 |
winst (kE) | 0 | –100 | 0 | 80 | 200 | 400 | 610 | 800 | 950 | 1050 |
-
Tabel maken door de grafieken te schakelen:
leeftijd | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 |
lengte | 97 | 104 | 112 | 118 | 124 | 130 | 136 | 142 | 148 | 157 | 161 | 164 | 167 | 168 | 168 |
gewicht | 12,5 | 16,5 | 19 | 21,5 | 24 | 27 | 30 | 34 | 37 | 40 | 45 | 52 | 60 | 62 | 64 |
-
-
Dit snijpunt heeft geen betekenis want aantal trekdieren en aantal tractoren hebben verschillende schaalverdelingen.
-
Dit moet tussen 1950 en 1960 zijn, want pas daar komt het aantal trekdieren onder de 10 mln.
Een tabelletje geeft duidelijkheid: in 1952 lijken beide ongeveer rond de 4 mln uit te komen.
-
-
-
-
Atleet B: voorsprong van 15 minuten.
-
Ja.
-
Na 3 uur lag A voor.
Na 3 uur had hij de grootste afstand afgelegd.
-
Gemiddelde snelheid A: `102/(5,5) ~~ 18,55` km/h.
Gemiddelde snelheid B: `102/(5,25) ~~ 19,43` km/h.
-
-
Bevolkingsgroei = geboorteoverschot + migratiesaldo
-
1972 en 1983: migratiesaldo was toen nul.
-
Geboorteoverschot = – migratiesaldo; 1956 en 1957
-
Van 1950 tot 1970. De grafieken van migratiesaldo en bevolkingsgroei hebben in die periode dan dezelfde vorm.
-