Waarden toevoegen

Antwoorden bij de opgaven

    1. -
    2. -
    3. Interpoleren is waarden tussenvoegen: tussen twee bestaande waarden in.
      Extrapoleren is waarden toevoegen voorbij of voorafgaande aan bestaande waarden.
    4. Ongeveer 180, dat is de waarde midden tussen de 21°- en de 25°-grafieken bij 55 dagen.
      Die 180 is ook ongeveer de waarde midden tussen de 25°- en de 32°-grafieken bij 55 dagen, dus bij 28,5°C.
    1. 20
    2. Ongeveer 65; dat is een toename van `45/20 xx 100 = 225`%.
    3. Bij 20°C wordt het ongeveer 50 mijten. Dat is een toename van `30/20 xx 100 = 150`%.
    4. -
    5. Je weet niet zeker of hij (grotendeels) boven of onder de 25°-grafiek moet liggen.
    1. 15,2 mln.
    2. Het zal wel niet heel veel afwijken, want de bevolkingsaantallen van NL variëren niet zo heel sterk per jaar.
    3. Ongeveer 9,5 mln, maar dit aantal kon wel eens lager zijn i.v.m. WO-II van 1940 - 1945.
    4. Ongeveer 17,5 mln. Je verlengt het lijntje tussen de laatste twee punten.
    1. 17,5°C
    2. De bovenste waterlaag warmt aan het begin van de dag het snelste op.
    3. Later op de dag is de bovenste waterlaag al opgewarmd.
    4. De temperatuur gaat dan weer (eerst langzaam) dalen.
    1. Periode van 12 uur en 20 minuten gebruiken.
      14:00 uur de volgende dag komt overeen met (2 periodes terug tellen) 13:20 uur van deze dag. Dus een waterhoogte van –50 cm.
    2. Nu moet je zes periodes terugtellen, dus 74 uur terug. Je komt dan op 12:00 uur van deze dag. De waterhoogte wordt dus ongeveer 30 cm.
    3. De waterhoogte varieert niet zuiver periodiek i.v.m. wind en stroming.
    1. 167 cm
    2. Maten van Marleen liggen tussen P50 en P90 dus de schatting wordt ongeveer 173 cm.
    3. Tussen 40 en 50 km.
    4. Na 16 jaar neemt de groei sterk af.
    5. 173 cm lang en ongeveer P70 geeft een gewicht van ongeveer 75 kg.
    1. 1944 en 1978.
    2. Hoeft niet, het aantal Amerikanen kan wel zijn toegenomen.
    3. 1930-1935, 1947, 1955, 1959-1961 en 1970-1976.
    4. Ongeveer 2400 gesprekken (in 1983-1986 een stijging van 120, dus 40 per jaar vanaf 1986).
      Ongeveer 530 poststukken (in 1984-1986 een stijging van 30, dus 15 per jaar vanaf 1986).
    1. Zie hiernaast.
    2. Aan de golfvormige schommelingen van de grafiek.
    3. De trend is dat er jaarlijks ongeveer 1000 werkelozen bij komen. In jan.'95 waren er 10700 werkelozen. In jan.'04 worden dat er (als de trend zich voortzet) ongeveer 19700.
    4. Mrt.'08: ongeveer `11900 + 13 * 1000 = 24900`.
    1. `BMI ~~ 25`
    2. Tussen de 70 en 85 kg.
    3. -
    4. De puberteit heeft veel invloed op de groei van mensen. Daarna blijven lengte en gewicht min of meer stabiel.
    5. Rechte lijn door `(0,0)` en `(30; 97,2)`.
    1. -
    2. 1985: ongeveer 12565
      1988: ongeveer 14890
    3. 1985: ongeveer 3400
      1988: ongeveer 4640
    4. 2008: ongeveer 15406 inwoners en 5440 woningen.
    5. Het aantal inwoners per wonig is in 1980: 4,01, in 1990: 3,48, in 1995: 3,35, en in 2000: 3,12.
      Het aantal inwoners per woning wordt steeds kleiner.
    6. `15406/5440 ~~ 2,83` en met de grafiek `~~ 2,75`.
    1. Afname begin van jaar; pas toename na geboorte jonge fazanten.
    2. De populatiegrootte neemt langzaam toe.
    3. In juni ligt het aantal fazanten iets onder de trendlijn.
      Op 1 jan 1999 zijn er 140 fazanten en op 1 jan 2000 zijn er 160. De toename per jaar is dus 20.
      Op 1 jan 2006 zijn er 280 fazanten en op 1 jan 2007 zijn er 300, dus in juni 2006 zijn er 290 fazanten.