Grafieken

Antwoorden bij de opgaven

    1. Van 2:45 - 9:15 uur en van 15:30 - 22:00 uur
    2. Hoogwater om 9:15 uur (ongeveer 140 cm) en om 22:00 uur (ongeveer 130 cm)
    3. Laagwater om 2:45 uur (ongeveer –135 cm) en om 15:30 uur (ongeveer –140 cm)
    1. Ongeveer om de 12 uur en 15 minuten.
    2. Om 9:45 uur en om 16:00 uur.
    3. De wind en de stroming zijn van invloed op de waterhoogte.
    1. -
    2. aantal inwoners (× 1000) tegen jaartal
    3. De tabel geeft geen informatie over bevolkingsaantallen tussen de gegeven jaartallen.
    4. Je kunt het verloop beter zien. Nadeel is dat de waarden worden afgerond.
    1. -
    2. Het geboorteoverschot in een bepaald jaar is gelijk aan het aantal levendgeborenen min het aantal overledenen in dat jaar.
    3. 1980 - 1990
    4. Het aantal mensen in NL stijgt dan steeds langzamer, tenzij het migratiesaldo (aantal immigranten min aantal emigranten) toe neemt.
    1. 250 gram
    2. Je betaalt voor 0 t/m 20 gram dezelfde constante prijs en voor 20 t/m 50 gram ook, maar wel opeens een hogere prijs. Enz.
    3. € 1,32
    4. 20 t/m 50 gram
    5. Twee van 45 gram kosten 1,76 euro en één van 90 gram kost 1,32 euro. Beter in één keer dus.
    1. Renner A: de grafiek is in het begin het steilst.
    2. 45 km/h
      Over de hele rit van 120 km doet renner A ongeveer 166 minuten, dat is een snelheid van ongeveer 43,4 km/h
    3. Tussen 40 en 50 km.
    4. Renner B.
    5. Na ongeveer 40 minuten en ongeveer 80 minuten.
    6. Renner B, hij start 10 minuten later en finisht 4 minuten na renner A.
    7. De renners rijden steeds vooruit; er is geen negatieve snelheid.
    1. 50 per minuut, want 1 periode is 1,2 seconde.
    2. `50/60 = 5/6` per seconde.
    3. 1,2 seconde.
    4. De periode wordt kleiner, de hartslagfrequentie groter.
    1. Er wordt gebruik gemaakt van een lijngrafiek.
    2. Het aantal doden.
    3. Het aantal doden loopt terug, op enkele piekjaren (1976 en 1979) na. Om exacte cijfers te bekijken moet je de tabel nemen. De trend zie je het beste in de grafiek.
    4. Om een beter beeld te krijgen moet je de cijfers vergelijken met de totale bevolking.
    5. Het aantal doden bedroeg 5325. In totaal zijn er dan `5325/(2,3) xx 100000 = 231521739` mensen in de USA.
    1. lengte en leeftijd
    2. gewicht en lengte
    3. De grafieken geven aan hoe de lengte en het gewicht van een kind zich in de loop van de tijd gemiddeld ontwikkelen.
    4. In de onderste grafiek lees je de lengte op de P50 lijn af (ongeveer 170 cm). In de bovenste grafiek kun je het gewicht aflezen tussen de P10 en de P90lijn die horen bij 16-<20 jaar (ongeveer 60 kg).
    5. -
    6. Marleen is iets langer dan gemiddeld. Haar gewicht is ongeveer gemiddeld.
    1. De waterhoogte verandert voortdurend.
    2. Bij Glas 1 hoort grafiek 2.
      Bij Glas 2 hoort grafiek 4.
      Bij Glas 3 hoort grafiek 3.
      Bij Glas 4 hoort grafiek 1.
    3. Alle grafieken halen nu in de helft van de tijd de 20 cm hoogte.
    1. De periode is precies 1 jaar.
    2. In deze periode staat de natuur vol in bloei en is er veel groen blad. Er wordt dus meer CO2 omgezet in O2 (zuurstof).
    3. Minimaal 348 m3. En maximaal 360 m3.
    4. Het totale volume van de lucht blijft min of meer gelijk. De planten bepalen a.h.w. of er veel kooldioxide (dus weing zuurstof) of weinig kooldioxide (of veel zuurstof) in de lucht zit.
    5. Trendlijn verhouding zuurstof/stikstof gaat ongeveer door –80 in jan.1989 en –150 in jan.1992.
    6. Trendlijn CO2 gaat ongeveer door 352 p.p.m.v. in jan.1989 en 356 p.p.m.v. in jan.1992. Ja, als er minder CO2 wordt omgezet in O2 dan neemt de hoeveel CO2 toe en daalt de hoeveelheid O2. Dit komt waarschijnlijk door de afbraak van het tropisch regenwoud.
    7. Per 3 jaar komen er 4 p.p.m.v. CO2 bij. Vanaf jan.1992 tot jan.2010 is 8 jaar. Voorspelling `356 + 8/3 * 4 = 366 2/3` p.p.m.v. in 2010.
    1. Zie hiernaast.
    2. Punten met vloeiende kromme verbonden, omdat de levensverwachting voortdurend verandert.
    3. In de jaren 1960 - 1965 en 1975 - 1980.
    4. Vrouwenemancipatie: andersoortig werk voor vrouwen.
    5. Nieuwe hulpmiddelen bij het werk van vrouwen.
    1. De aarde- en luchttemperatuur komen resp. boven en rond de 10°C. De watertemperatuur rond 10°C. De temperatuur van aarde komt nog boven de 20°C, de luchttemperatuur komt tot 15°C.
    2. Maximale luchttemperatuur 15°C bereikt om 18:00 uur.
    3. Tussen 10 en 12 uur en tussen 14 en 15 uur.
    4. Lucht: heeft de steilste helling en varieert gemakkelijk bij bewolking.
    5. Het water: verliest weinig temperatuur, uitwijkingen klein.
    6. -
    7. Dag en nacht hebben invloed op de temperatuur, maar elke dag is anders: regenweer, bewolkt; winter en zomer hebben invloed.
    8. Nee.