KANSREKENING | Overzicht | ||||||||||
Toevalsvariabelen | |||||||||||
Voorbeeld
In een groep van 4 mannen en 5 vrouwen worden door loten drie taken (wassen, afwassen en auto wassen) verdeeld. AntwoordJe ziet hier een bijpassende kansboom, groen betekent dat de taak voor een man wordt gedaan, rood dat het een vrouw betreft. Met behulp van de kansboom maak je deze kansverdeling voor het aantal taken M dat door een man wordt uitgevoerd.
Gevraagd wordt de kans dat er 0, 1, of 2 taken door een man worden uitgevoerd: Je kunt ook zo werken: P(M = 0 of M = 1 of M = 2) = 1 – P(M = 3) = 1 – = . |
|||||||||||
Inleiding | |||||||||||
Uitleg | |||||||||||
Theorie | |||||||||||
Voorbeeld 1 | |||||||||||
Voorbeeld 2 | |||||||||||
Voorbeeld 3 | |||||||||||
Opgaven | |||||||||||