MATRICES EN GRAFEN Overzicht
Populatiematrices
generatie200020022004
  0 –< 21150 1160 1880
  2 –< 4 800 920 928
  4 –< 6 120 320 368
  6 –< 8  30  12  32

Voorbeeld

In de tabel zie je tellingen van een populatie zoogdieren die vier generaties kent. Alleen dieren van 2 –< 6 jaar krijgen jongen.
Beschrijf het verloop van de samenstelling van deze populatie dieren met een graaf en een Leslie-matrix.

Antwoord

De overlevingskansen per generatie vind je zo:

  • van generatie 1 naar generatie 2: 920 1150  =  928 1160  = 0,8;
  • van generatie 2 naar generatie 3: 320 800  =  368 920  = 0,4;
  • van generatie 3 naar generatie 4: 12 120  =  32 320  = 0,1;
Alleen generaties 2 en 3 zorgen voor jongen, het gemiddelde in generatie 2 is a jongen per dier en in generatie 2 is dit b jongen per dier. Dan moet:
  • 800a + 120b = 1160
  • 920a + 320b = 1880
Je kunt dit oplossen door beide vergelijkingen in de vorm b = ... te schrijven en dan met je GR het snijpunt van beide lineaire functies te bepalen. Je vindt: a = 1 en b = 3.
Nu kun je de Leslie-matrix opstellen.

Inleiding
Uitleg
Theorie
Voorbeeld 1
Voorbeeld 2
Opgaven