WERKEN MET FORMULES Overzicht
Formules gebruiken

Voorbeeld 1

Als een formule een verband tussen twee variabelen beschrijft, kun je vaak een grafiek tekenen.
Stel je voor dat iemand 30 m2 graszoden heeft gekocht. Daarmee kun je verschillende rechthoekige grasveldjes leggen. Tussen lengte en breedte (in m) van deze veldjes bestaat dan dit verband:

lengte · breedte = 30

Bij deze formule kun je een tabel maken en een grafiek tekenen. Je begint met een tabel en een "leeg" assenstelsel.

lengte 1 2 3 4 5 6 10 15 30
breedte 30 15              

Als lengte = 2 dan is 2 · breedte = 30.
En dus is dan breedte = 30/2 = 15.

Dit komt in de tabel.
In het assenstelsel komt het punt (2, 15).

Inleiding
Theorie
Voorbeeld 1
Voorbeeld 2
Voorbeeld 3
Toepassing
Opgaven