Je ziet hier een doorsnede AFPQ van een plat vlak met een balk ABCD.EFGH. Gegeven is AB = 6, BC = CG = 3 en GP = 2.
Teken doorsnede AFPQ op ware grootte.
De ware lengte van AF kun je halen uit rechthoek ABFE: AF = 45 . De ware lengte van FP kun je halen uit rechthoekige ΔFGP: AF = 13 . De ware lengte van AP kun je halen uit rechthoekige ΔAHP: AF = 34 . Nu teken je eerst ΔAFP m.b.v. passer en lineaal.
Omdat AFPQ een plat vlak is, moet AF//PQ. Dus zijn de driehoeken AFE en QPH gelijkvormig. Omdat PH = 4 6 · EF is ook PQ = 4 6 · AF. Hiermee kun je het trapezium AFPQ afmaken.