| RUIMTELIJKE FIGUREN | Overzicht |
| Projectie op het platte vlak | |
Voorbeeld
Je ziet hier een kubus ABCD.EFGH. Alle ribben hebben een lengte van 4 cm. AntwoordDe zijden van vierhoek PBQH zijn allemaal even lang. Immers ze zijn allemaal schuine zijde in een rechthoekige driehoek met rechthoekszijden van 2 cm en 4 cm. De hoeken van PBQH zijn niet recht. De hoeken bij B en H zijn scherp, want kleiner dan een rechte hoek. Bijvoorbeeld is ∠ PBQ kleiner dan ∠ ABC.
Vierhoek PBQH is daarom een ruit. |
|
| Inleiding | |
| Uitleg | |
| Theorie | |
| Voorbeeld 1 | |
| Voorbeeld 2 | |
| Voorbeeld 3 | |
| Opgaven | |
|
|
|