Procenten erbij of eraf

Antwoorden

    1. 100%
    2. 60%
    3. `0,60 xx 1600 = 960` euro.
    4. `0,60 xx 1800 = 1080` euro.
    1. 115%
    2. `120.000 xx 1,15 = 138000` euro.
    3. `138.000 xx 1,15 = 158700` euro.
    1. 54% = 0,54
    2. 124% = 1,24
    3. 80% = 0,80
    4. 9% = 0,09
    5. 185% = 1,85
    6. 4,5% = 0,045
    7. 130% = 1,30
    8. 200% = 2,00
  1. `1,18 xx 103 = 121,54` euro.
  2. `0,88 xx 75 = 66` euro.
    1. `0,875 xx 650 = 568,75` euro.
    2. `1,05 xx 80 = 84` euro.
    3. `2,10 xx 0,64 = 1,344` dus nu € 1,34.
    1. Prijsstijging is € 200 en `200/1600 = 0,125`. Er komt 12,5% bij.
    2. `1800/1600 = 1,125` dus 100% wordt 112,5%. Er komt ook nu 12,5% bij.
    1. `0,75 xx 49,98 37,485` dus € 37,49.
    2. `51,75 + 0,60 xx 51,75 = 82,80` euro.
    3. `0,80 xx 33,50 = 26,80`, dus nee, ze betaalt te veel.
    1. 50 euro korting en `50/650 ~~ 0,077`, dus ongeveer 7,7% korting.
    2. `600/650 ~~ 0,923`, dus 100% wordt ongeveer 92,3% en ook dat is 7,7% korting.
  3. Nee, 10% van het nieuwe verhoogde bedrag is meer dan 10% van het oude bedrag.
    Tel bij bijvoorbeeld 100 eerst 10% op, je krijgt dan 110. Haal je daar 10% van af, dan moet er 11 af en houd je dus 99 over.
  4. `1,19 xx 650 = 773,50` euro.
    1. 119% is 666,40, dus 1% is `666,40/119 = 5,60`. De BTW is 19% dus € 106,40.
    2. De prijs ex.BTW is 100% dus € 560,00.
  5. `(8,75)/119 xx 100 ~~ 7,35` euro.
    1. € 1050,00
    2. € 1102,50
    3. € 1628,89
    4. Na 15 jaar.
    1. Hoogte: `1,002 xx 50 = 50,1` cm.
      Breedte: `1,002 xx 90 = 90,18` cm.
    2. Nee, de oppervlakte wordt `1,002 xx 1,002 = 1,004004` keer zo groot. Die wordt dus ongeveer 0,4% groter.
  6. Eerst de korting en dan de BTW erbij geeft `560 xx 0,60 xx 1,19 = 339,84` euro.
    Eerst de BTW erbij en dan de korting eraf geeft `560 xx 1,19 xx 0,60 = 339,84` euro.
    De volgorde van berekenen maakt dus geen verschil in prijs.
  7. `60/340 ~~ 0,176`, dus er is 17,6% bij gekomen.
  8. `(9,75)/(59,75) ~~ 0,163`, dus ongeveer 16% korting.
    1. De totale omzet wordt: jan € 80,00, feb € 87,50, mrt € 108,00, apr € 99,00.
    2. Reken alle getallen van de afzet om naar percentages van januari. Februari wordt dan 125%, maart 150% en april 137,5%.
    3. Ja. `(7,5)/80 = 0,09` dus de omzet nam met 9% toe.
    4. Zie figuur.
    5. Met 37,5%.
    6. Met 8%.
    7. Met 23%.
    1. Ongeveer 760.000. Omdat `760000/5100000 ~~ 0,149` is dat ongeveer 14,9%.
    2. Ongeveer 800.000. Omdat `800000/14090000 ~~ 0,057` is dat ongeveer 5,7%.
    3. De bevolkingstoename wordt kleiner.
    4. `14890000/5100000 ~~ 2,920` dus de bevolking is toegenomen met ongeveer 192,0%.
    5. `439/154 ~~ 2,851` dus het aantal mensen per km2 is toegenomen met ongeveer 185,1%.
    6. De totale landoppervlakte van Nederland is in de 20e eeuw toegenomen (inpoldering).
    7. Je deelt het aantal inwoners door het aantal inwoners per km2. Bijvoorbeeld in 1990 was de totale landoppervlakte van Nederland ongeveer `14890000/439 ~~ 33918` km2.
    1. Bij 2002 hoort als enig jaar 100%.
    2. `(25,50)/24 ~~ 1,08`
    3. `1,12 xx 24 = 26,88` euro.
    4. `0,98 xx 24 = 23,52` euro.
    5. `(27,50)/24 ~~ 1,15` dus 115.
    6. `(103)/(105) xx 1,10 ~~ 1,08` euro.
    7. `98/105 xx 1,10 ~~ 1,02` euro.
    8. De indexcijfers worden van links naar rechts: 91, 93, 97, 100, 104, 95.
    9. In 2007 wordt het indexcijfer `115/108 xx 100 = 106`.