Breuken optellen en aftrekken

Verkennen

Opgaven

  1. Ton en Hans bestellen samen een grote pizza. Ton eet de helft van de pizza op, Hans eet 3/8 deel van de pizza.
    Welk deel van de pizza eten ze samen op?

  2. Welk deel van de pizza eet Ton meer op dan Hans?

Uitleg

Soms wil je breuken optellen en aftrekken. Dat gaat gemakkelijk als ze gelijknamig zijn.

Opgaven

  1. Bereken en vereenvoudig daarna zoveel mogelijk:
    1. `5/9 + 1/9`
    2. `11/12 - 7/12`
    3. `3 7/12 + 11/12`
    4. `4 1/3 - 2 2/3`

  2. Bij Verkennen ging het om optellen en aftrekken van de breuken `1/2` en `3/8`.
    1. Beide breuken zijn niet gelijknamig. Op grond van de figuur zijn ze wel gemakkelijk gelijknamig te maken. Waarom?
    2. Hoeveel is dus `1/2 + 3/8`?
    3. En hoeveel is `1/2 - 3/8`?


Voorbeeld 1

In dit voorbeeld wordt het gelijknamig maken nog eens met behulp van figuren verduidelijkt.

Opgaven

  1. Bekijk het voorbeeld.
    1. Maak zelf zo'n tekening bij `2/5 + 1/4`.
    2. Waarom moeten de twee rechthoeken waarvan je `2/5` en `1/4` deel hebt aangegeven even groot zijn?